EUROPESE LANDBOUW GECONFRONTEERD MET AMERIKAANSE MAATREGELEN Sinds de E.E.G. een groot deel van het landbouwpolitieke beeld beheerst, is augustus een rustige maand. Alle kantoren van de Europese Gemeenschap zijn in de oogstmaand gesloten en de land- en tuinbouw loopt daardoor minder kans verrast te worden met nieuwe voorstellen of besluiten. Maar evenals in 1969 heb ben ook deze zomer monetaire verwikkelingen roet in het eten gegooid. De ervaring heeft geleerd, dat wanneer de koersen van de munteenheden veranderen er ook gevolgen voor de E.E.G.-landbouwprijzen uit kunnen voortvloeien. Ditmaal is het president Nixon geweest, die op zondag 15 augustus met de aankondiging van het tijdelijk laten zweven van de dollar en een tijdelijke importbelasting van 10% voor grote beroering in de mone taire wereld zorgde. De E.E.G. probeerde daarop een gemeenschappelijk antwoord te vinden, maar faal de daarbij, althans in eerste instantie. Reeds in mei van dit jaar is er een voorbode geweest van de ontstane verwarring. Mede onder druk van het zogenaamde zwerfkapitaal kon de Duitse Mark en ook de Gulden niet meer aan de vastgestelde verhouding tot het goud en de dollar gebonden blijven. De Duitsers en de Nederlanders legden, nog voordat zij maatregelen namen, hun problemen aan hun E.E.G.-partners voor, maar ook toen bleek het niet mogelijk om voor alle E.E.G.-valuta dezelfde lijn te trekken. De D.M. en de Gulden gingen zweven, d.w.z. de vrije markt kreeg van de Centrale Banken vrij spel om de waarden van de D.M. en de Gulden t.o.v. het goud en van de dollar te verhogen. GEVOLGEN VOOR DE LANDBOUW Een en ander had onmiddellijk gevolgen, daar het vrije grensverkeer in landbouwprodukten alleen mogelijk is wanneer de interventie prijzen en dergelijke in alle E.E.G.-landen gelijk zijn. Wanneer de D.M. en de Gulden in waarde stijgen, zouden de Duitse en Nederlandse interven tieprijzen uitgedrukt in de respectievelijke nationale valuta moeten dalen en bovendien nog moeten gaan fluctueren met de koersschommelingen. Om dit te voorkomen greep de E.E.G. weer naar een traditio neel E.E.G.-middel: de landen met zwevende mun ten mochten aan de grens voor landbouwproduk ten heffingen en restituties instellen. Zo kon West-Duitsland door importheffingen die elke week aan de koersschommeling aangepast werden, de Duitse landbouwprijzen voor dalen be hoeden. Ons land bereikte hetzelfde resultaat door exportrestitutie te geven bij export naar Duitsland (waarmee overigens eerst de Duitse heffing werd verrekend) en heffingen op te leggen bij import uit andere E.E.G.-landen; dat kostte de Nederlandse schatkist ongeveer 2 miljoen gulden per maand. 358

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 12