w.o.b RENTEREGELING Een snelle mededeling over de renteregeling sloot geheel aan bij de verlangens welke reeds enkele rnalen ten aanzien van dit onderwerp in de organisatie tot uiting waren gekomen. Bij de mededeling van 9 juni jl. kwam er een voorlopig rentepercentage over het laagrentende tegoed uit de bus. Het vervroegde bericht over de renteregeling houdt niet in, dat deze thans reeds over het ge hele jaar definitief is vastgesteld. Eerst in het najaar zal men een volledig over zicht krijgen. Dan zal worden bezien, aldus het be richt, of het gestelde percentage nogmaals een verhoging kan ondergaan, hetzij voor het gehele jaar, hetzij voor de tweede helft van het jaar. Een eerste basis is gelegd, aanvullingen liggen nog in de schoot der nabije toekomst verborgen. BEZITSVORMINGSFONDS IN WERKING Verbreiding van duurzaam bezit bij alle lagen van de bevolking is een doel dat reeds vele jaren van overheidswege ondersteuning geniet door middel van verschillende bezitsvormende maatregelen. Te denken valt hierbij aan diverse vormen van ge premieerd sparen en premies ter bevordering van het eigen woningbezit. Motieven ter bevordering van deze bezitsvorming zijn er vele. Zo zou een en ander kunnen leiden tot meer gelijke inkomensverhoudingen en dus tot een meer evenwichtige welvaart. Andere motieven zijn: grotere onafhankelijkheid, meer weerstandsvermogen, ruimere ontplooiings kansen, meer verantwoordelijkheidsbesef. Veel maatregelen zijn gericht op het stimuleren van het sparen uit het lopende inkomen. Een belangrijk motief voor het bezitsvormingsbeleid is dan ook het stimuleren van besparingen met het oog op de groei van het nationale inkomen. Daar naast is de laatste tijd het motief van de conjunc turele beïnvloeding van de besparingen meer op de voorgrond gekomen. Over het netto resultaat in de zin van netto- aanwas van spaarsaldi ten gevolge van de premië- ring is men nog niet uitgedacht. Daarnaast is het van belang na te gaan of door de bezitsvormende maatregelen inderdaad bespa ringen ontstaan zijn waar dit voordien niet of nauwelijks gebeurde. Veel is er gezegd over de motieven en methoden van bezitsvorming. Een nieuw element in het beleid wordt gevormd door de instelling van een bezitsvormingsfonds waarop wij de lezer reeds eerder attent maakten en dat deze zomer is gaan werken. Basis van het fonds wordt gevormd door een bedrag van 100 miljoen dat de Staat afzonderde en dat, verhoogd met een samengestelde rente van 6% vanaf 1 januari 1965, thans ter beschikking staat. De oorsprong van dit fonds lag in de verkoop van de zogenaamde Breedband-aandelen. Het be zitsvormingsfonds richt zich op twee sectoren, namelijk het eigen woningbezit en op het aankopen van zogenaamde spaareffecten. Voor wat betreft het eigen woningbezit richten zich de activiteiten van het fonds op het verschaf fen van renteloze leningen en op deelneming in gemeentelijke garanties bij het verwerven van een eigen woning. De renteloze lening ter grootte van 2.400 zal verstrekt worden voor een periode van 9 jaar en wel aan meerderjarigen die echter de leeftijd van 60 jaar nog niet bereikt hebben en die na 1 januari 1971 een eigen woning (oud of nieuw) hebben verworven. Het belastbaar inkomen van de aan vrager dient beneden bepaalde maxima te liggen. Het belastbaar inkomen in de zin van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 mag in het tweede en derde jaar voorafgaande aan dat van de aanvraag niet meer belopen dan een bepaald maximum. Voor het onderhavige jaar zijn de eisen als volgt: inkomen voor 1968 of 1969 niet meer dan 15.000. Onder bepaalde voorwaarden kan de minister van Volkshuisvesting middelen uit het fonds aan wenden om verliezen die gemeenten lijden uit het garanderen van rente en aflossing voor 50 over te nemen in die gevallen waarin de eerder ver melde renteloze lening werd verstrekt. Naast een renteloze lening dus additionele ga ranties voor de aspirant eigenaar/bewoner. Nieuwe faciliteiten worden bovendien in het leven geroepen om het effectenbezit bij kleine spaarders te bevorderen. Deze materie kreeg reeds eerder aandacht in de „Wet houdende fiscale 29R

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 8