CUE dat een deel van de steun werd terugbetaald. Recent is het voorbeeld van een Raiffeisenbank in de provincie Utrecht, welke in enkele jaren tijds een bedrag van ca. f 300.000 terugbetaalde onder dankzegging voor de genoten steun. Binnen het nog betrekkelijk jonge instituut van de ontwikkelings-subsidie is dit een verheugende gebeurtenis, welke navolging verdient en maakt dat de voor dit doel binnen de organisatie aange wende middelen veelvuldig kunnen worden ingezet ter versterking van diverse schakels in een groei ende keten van Raiffeisenbanken. De solidariteitsgedachte wordt op deze wijze opnieuw in praktijk gebracht. BELEGGINGSFONDS VAN DE 7 Het Beleggingsfonds van de 7, dat in het kader van het aandelenspaarplan, waarin onze organisa tie participeert, in het leven is geroepen, heeft sinds mei van het vorig jaar de mogelijkheid open gesteld tot rechtstreekse afgifte aan particulieren van participatiebewijzen van het beleggingsfonds, dus zonder verzekeringselement. Hierdoor waren wij in staat om, evenals de meeste handelsbanken, bij voorkomende vraag participaties aan te bieden van ons eigen beleggingsfonds, zij het dat het be heer in samenwerking met de Boerenleenbank organisatie en de Nederlandsche Middenstands- bank wordt gevoerd. Wij zijn ons ervan bewust dat het collectief be leggen voor menig particulier belegger een ade quate oplossing kan bieden voor vele beleggings vraagstukken. Door collectief beleggen kan met beperkte bedragen bereikt worden, wat anders slechts voor de zeer grote vermogens, die dan ook nog dynamisch en deskundig beheerd moeten worden, weggelegd is. Indien bovendien het beleggingsbeleid van het fonds in overeenstemming is met de doeleinden die de belegger voor ogen staan, dan komen deze voordelen het duidelijkst tot uitdrukking. Het fonds belegt wat de geografische spreiding betreft bij voorkeur in gebieden die a. een stabiele regering hebben b. een zich evenwichtig ontwikkelende economie bezitten c. beschikken over een goed ondernemersklimaat Bij de selectie der bedrijfstakken wordt van het principe uitgegaan, dat belegging in jonge, snel groeiende industrieën, zoals de chemisch-farma- ceutische en kosmetische sector, de computer- en de elektronische industrie, alsmede de bedrijfs takken met een rustige groei, zoals de nutsbedrij ven en het bank- en verzekeringswezen verre de voorkeur verdient boven beleggingen in sterk cy clische bedrijfstakken, zoals de staalindustrie, luchtvaart en automobielindustrie. Ten aanzien van de selectie der fondsen wordt vooral de voorkeur gegeven aan grote, internatio naal werkende concerns, aangezien deze als regel minder gevoelig zijn voor verstoringen van hun afzet in bepaalde gebieden. Het enigszins defensief beleggingsbeleid komt tevens tot uitdrukking in het feit dat in bepaalde gevallen de voorkeur gegeven wordt aan belegging in converteerbare obligaties. De vorm van collectief beleggen is vanwege de fiscale consequenties een punt dat de bijzondere aandacht heeft gehad. Gekozen werd voor een „besloten" beleggings gemeenschap. Het komt er bij deze constructie op neer, dat participanten in het Beleggingsfonds van de 7 in fiscaal opzicht eenzelfde behandeling krijgen als de individuele belegger. Het fonds beheert een vermogen van ca. 35 mil joen gulden, verdeeld over een groot aantal be drijfstakken. Het accent van de beleggingen valt op Nederlandse en Amerikaanse aandelen. Sinds het begin van de afgifte in mei 1970 steeg de afgifteprijs van de participaties van 9,61 tot 10,24 medio juni 1971, een stijging van 6,5%. Het enigszins defensieve beleggingsbeleid heeft zeker in een periode, dat alle internationale beur zen een teleurstellende koersontwikkeling hebben laten zien, tot deze, in vergelijking tot andere be leggingsfondsen, gunstige ontwikkeling van de afgifteprijs bijgedragen. Afgifte, alsook royement van participaties is iedere beursdag mogelijk. De afgifte- en roye- mentsprijs wordt iedere dag aan de banken bekend gemaakt. 297

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 7