w.o.b. liquiditeitsverkrapping en verruiming van de werk gelegenheid bij verschillende categorieën onder nemingen. De vraag werd gesteld of niet vooral de kleine en middelgrote bedrijven het slachtoffer zijn geworden van dit beleid. Het midden- en kleinbedrijf is in tijden van kre dietrestricties niet in staat langs andere wegen, bij voorbeeld via de kapitaalmarkt, financieringsmid delen aan te trekken. Men vroeg zich dan ook af of de kredietbeper- kende maatregelen niet discriminerend werken voor deze bedrijven. Er werd een verschuiving gesignaleerd van de ,,in overleg procedure" naar de ,,na overleg proce dure". Deze laatste gang van zaken wordt krachtens het wetsvoorstel onder meer mogelijk bij de toe passing van maatregelen gericht op een structu rele kasreserve en bij de maatregelen ten opzichte van de buitenlandse positie van het bankwezen. Evenals in ons jaarverslag wordt gepleit voor hand having van de in overleg procedure". Aangehaald wordt in het verslag de opmerking van de Nederlandse Bankiersvereniging dat cen trales van landbouwkredietinstellingen met de aan gesloten banken niet alleen voor het sociaal- economisch toezicht, maar ook bij het bedrijfs economisch toezicht als een geheel moeten worden beschouwd. Juridische en economische verbondenheid van coöperatieve banken, leiden tot de eis van conso lidatie van deze banken. Alhoewel de Commissie moest concluderen dat het voorstel dat op tafel ligt een knap en belangrijk werkstuk is waaraan een diepgaande discussie tussen de ontwerpers, de Nederlandsche Bank en het betrokken bedrijfsleven ten grondslag moet liggen, heeft zij ten aanzien van een niet onaan zienlijk aantal punten gepleit voor een nadere be zinning. Alhoewel door ons slechts een beperkt aantal opmerkingen gememoreerd werden, zal het duide lijk zijn dat er belangrijke veranderingen in het verschiet liggen, welke een zorgvuldig en rijp be raad vereisen. ONTWIKKELINGSHULP ALS TIJDELIJKE STEUN De hechtheid van het samenwerkingsverband waarvan Raiffeisenbanken deel uit maken is in de achter ons liggende decennia aanzienlijk ver groot. Schaalvergroting van het bankbedrijf en het aanvaarden van nieuwe taken hebben aanzienlijke gevolgen gehad voor de structuur van onze orga nisatie, welke enerzijds steunde op de zelfwerk zaamheid en eigen verantwoordelijkheid in de plaatselijke kring, maar anderzijds op het eerder vermelde samenwerkingsverband. Leden van dit samenwerkingsverband vormen schakels in een grote, lange keten. De sterkte van de keten wordt in feite bepaald door de kwaliteit van ieder van de schakels. Een zwakke schakel kan aan het geheel schade berokkenen. Een uniform optreden naar buiten vormt één element in het functioneren van de keten, terwijl het daarnaast voor de leden van de groep nuttig en noodzakelijk kan zijn op zoveel mogelijk plaat sen gevestigd te zijn. Het is met andere woorden voor het optimaal functioneren van de groep van belang dat een actief ontwikkelings- en vestigingsbeleid vanuit één centraal punt ondersteund gevoerd wordt. De er varing heeft geleerd dat in talloze gevallen inten sievere bewerking van bepaalde gebieden nood zakelijk was. De ,,cost" gaat echter voor de ,,baet" uit en veelal zijn aanzienlijke investeringen vereist, welke eerst na een aantal jaren rendabel gaan worden. Niet altijd biedt de bestaande exploitatiereke ning ruimte om deze nieuwe projecten op vol doende schaal te ontwikkelen. Om in bepaalde gevallen tegemoet te komen in de aanloopkosten werd destijds door de Centrale Bank een subsidie regeling in het leven geroepen, krachtens welke gedurende een beperkt aantal jaren steunverlening mogelijk is. Inmiddels maken enkele tientallen banken van deze regeling, welke nog niet zo lang geleden enkele wijzigingen onderging, gebruik. Het spreekt vanzelf, dat deze steun welke na mens de organisatie wordt verleend slechts als overbrugging dient. In de laatste richtlijnen be treffende subsidieverlening wordt dan ook gewe zen op de morele verplichting tot terugbetaling, wanneer blijkt dat in een later stadium de exploi tatierekening een voorspoedig herstel laat zien. In het verleden is het overigens al voorgekomen 296

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 6