KORTE UITLEG De woorden „franchising", „franchisor" en „franchisee" waren tot voor kort voor de meesten onzer vrij vage en geheimzinnige begrippen. En ook nu is nog niet iedereen vertrouwd met de vorm van zaken doen, waaraan bovenstaande woorden nauw verbonden zijn. Toch is het begrip „franchising" niet nieuw, reeds in 1898 werd deze distributievorm in de Verenigde Staten door General Motors toegepast. Deze baanbreker werd vrij spoedig gevolgd door anderen in de automobielindustrie, door frisdrank fabrikanten, hotelexploitanten en anderen. In ons land was Jamin met zijn depothouders systeem de eerste die een primitieve vorm van franchising toepaste. Gezien het grote aantal varianten, waarin het verschijnsel voorkomt is het moeilijk een definitie te geven, die alle omvat. Hieronder enkele om schrijvingen. Franchising is volgens: W. H. Kruiderink (hoofdredacteur European Franchising Magazine): „een gecontracteerde bin ding met geselecteerde uitvoerders, met als ken merk ketenvorming, internationaal image en zeer goede planning in bedrijfsomzet en „voering". Mattew Lifflander (directeur Uniworld Franchise Development Corporation): „het verlenen van een volledig zakensysteem in ruil voor een vergoeding". Dr. E. J. Tobi (economisch adviseur N.M.B.): het verlenen van een recht door de één (de franchisor) aan een ander (franchisee), die daarvan profiteert en er dan ook een tegenprestatie voor moet le veren in de vorm van verplichte inkoop bij de franchisor en/of geldelijke vergoeding. Zelf zouden wij als definitie van franchising willen geven: een vorm van samenwerking tussen twee juridisch en economisch zelfstandig blijvende ondernemingen, waarbij de franchise-gever (fran chisor) onder bepaalde voorwaarden en tegen een van te voren bepaalde vergoeding aan de fran- chise-nemer (franchisee) toestaat met zijn naam, imago en know-how zaken te doen. In beginsel is franchising dus een systeem, waar bij een in eigen bezit zijnd detailhandelsbedrijf wordt geëxploiteerd alsof het deel uitmaakt van een filiaalbedrijf. In feite blijft de ondernemer zelf standig, maar verbindt zich in de regel tot het nauwkeurig volgen van de hem door de franchisor opgelegde verplichtingen op het gebied van: het gebruik van merken en beelden uiterlijke vormgeving en inrichting van de zaak bedrijfsorganisatie administratie in- en verkoop public relations, reclame en verkoopbevordering Niet altijd betreft de franchising-overeenkomst alle bovenstaande punten, sommige franchisors volstaan ermee tegen vergoeding hun naam uit te lenen en bemoeien zich verder niet met hun fran chisee. Anderen doen dat juist wel en geven op uitgebreide schaal voorlichting en instructie. Ook de financiële verhouding tussen beide part ners kan op tal van manieren worden geregeld. Vaak wordt contractueel vastgelegd, dat een niet- onbelangrijk bedrag aan entreegeld moet worden betaald. Bovendien moet de franchise-nemer vaak jaar lijks nog een lidmaatschapsgeld betalen en een bepaald percentage van de netto-omzet afdragen. Aan de andere kant geeft de financier dikwijls financieringshulp bij de benodigde investeringen. De ontwikkeling, die het franchise-systeem in 343

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 53