streekplan midden- en zuidoost utrecht wel elke vorm van bodemcultuur kan worden uit geoefend. INDUSTRIE BOUWNIJVERHEID EN AMBACHT Zoals reeds eerder vermeld zijn de mogelijk heden voor uitbreiding, respectievelijk vestiging voor deze categorie van bedrijvigheid binnen de gemeente Utrecht vrijwel uitgeput. Het is bijzonder moeilijk te bepalen hoeveel terrein deze categorie in de toekomst nodig zal hebben. Voor industriële bedrijven zijn er thans in dit gebied twee belangrijke vestigingsmogelijkheden. Deze zijn: het gebied ten oosten van de woon kern Nieuwegein en een geprojecteerd industrie gebied langs beide oevers van het Amsterdam- Rijnkanaal bij Wijk bij Duurstede. De mogelijkheden voor industrievestiging in of nabij Houten zijn thans nog in studie. Dit is even eens het geval met de potentiële vestiging in de overige bevolkingskernen van het gebied. HANDEL EN DIENSTEN In tegenstelling tot de industrie bestaan er voor deze bedrijfstak ruime vestigingsmogelijkheden binnen de stad Utrecht. Deze mogelijkheden wor den nog verruimd door de realisatie van het plan Hoog-Catharijne. Ook in de centra van Nieuwegein en Groot- Houten zullen voor dienstverlenende instellingen vestigingsmogelijkheden worden geboden. Hoe groot deze mogelijkheden echter zullen zijn moet nog nader bezien worden, rekeninghoudend met de mogelijkheid die de centrale stad Utrecht ten aanzien hiervan zal bieden. Het universiteitscentrum „De Uithof" zal aan enige duizenden mensen werk kunnen bieden. Volgens het streekplan moet de ontwikkeling van de werkgelegenheid in midden- en zuidoost Utrecht worden bezien gekoppeld aan de ontwik keling van de woongebieden. RECREATIE Door de ligging van het streekplan ten opzichte van de grote agglomeraties van de Randstad en door de landschappelijke waarde van Zuidoost Utrecht dienen omvangrijke delen van het streek- plangebied een functie te vervullen voor de open luchtrecreatie. Met name wordt aan het gehele stroomgebied van de Langbroeker Wetering en het overgangsgebied naar de Utrechtse Heuvelrug een functie voor de dagrecreatie toegekend, die uit gaat boven de plaatselijke betekenis. De naaste omgeving van de Rijn en Lek dient door landschappelijke verzorging van het oever- gebied en van de daarin opgenomen recreatie objecten te worden ontwikkeld tot een aantrekke lijke recreatieve zone. Dit laatste geldt ook voor het woongebied van de Kromme Rijn. Ook is het gewenst dat tussen de afzonderlijke grote stedelijke eenheden parken ontstaan die voornamelijk bestemd zijn voor de dagelijkse re creatie van de nabij wonende bevolking. Het is mogelijk dat er ten zuidwesten van de stad Utrecht een aanzienlijk recreatiegebied zal komen. Naast de ontwikkeling van de bevolkingskernen, de werkgelegenheid en de recreatie in Midden- en Zuidoost Utrecht werden in het voorlopig streek plan nog tal van andere facetten, die verband houden met de toekomst van dit gebied, aan de orde gesteld. Men denke hierbij onder meer aan de ontwikkelingen van het verkeer, vervoer en de milieuhygiëne. Voor zowel het stedelijke als het landelijke gebied geldt dat het toenemende gebruik van de elementen die de bouwstenen vormen van het fysieke milieu (bodem, lucht en water) om maat regelen vraagt, waarmee een zo groot mogelijke zuiverheid van het milieu wordt behouden of ver kregen. 340

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 50