lllsi 'tl', K-V \V>A i kassen over 1.142 vestigingen, waarbij ca. 160.000 leden waren aangesloten. Het balanstotaal bedroeg aan het eind van het vorige jaar bijna f 4 miljard, dat is 10,2% meer dan per ultimo 1969. Het ge middelde balanstotaal bedraagt f 3,5 miljoen. On geveer 74 van de banken heeft een balanstotaal van minder dan 4 miljoen. Het grootste deel (60 der passiva bestaat uit ingelegde spaargelden, bijna 800.000 Zwitsers heb ben een spaarbankboekje bij één van de plaatse lijke Raiffeisenkassen met een gemiddeld tegoed van f 3.150. Op deze rekeningen worden korte termijnbesparingen gestort tot Zw.frs. 5.000, waar van Zw.frs. 1.000 direct opeisbaar zijn. Voor hogere bedragen zijn wachttijden van één tot vier maan den vastgesteld, deze termijn kan door rente kortingen worden vervangen. Vooral op het platte land is deze spaarvorm zeer in zwang. Ondanks de in verhouding korte looptijd toont deze balanspost een zeer grote mate van stabiliteit, zodat hierop niet alleen tijdelijk braakliggenden kapitalen worden gestort. In sommige kantons (bij voorbeeld Tessin) staan wettelijke bepalingen de uitgifte van spaar bankboekjes in de weg, in deze kantons moeten de banken namelijk een bepaald percentage van de hun toevertrouwde spaargelden bij de overheid aanhouden. Daarom geven de banken in deze kan tons zogenaamde „Depositenhefte" uit, waarvoor dan echter geen overheidsgarantie bestaat ten aan zien van de terugbetaling, hetgeen wel bij de „Sparhefte" het geval is. In 1970 werd door middel van de uitgifte van obligaties voor 92,25 miljoen aan middelen aan getrokken, in de vorm van spaargelden voor 178 miljoen, op termijnrekening voor f 23,6 miljoen. Het middelentotaal werd hiermede op f 3,67 mil jard gebracht. Van het totaal aan nieuwe toevertrouwde mid delen stroomde f 56,5 miljoen naar de Zentral- kasse in Sankt Gallen. De Raiffeisenkassen hebben een aandeel van ongeveer 10% in de spaargelden in Zwitserland, de kantonnale banken hebben ongeveer 50 van alle spaartegoeden weten aan te trekken. Aan de actiefzijde nemen de hypothecaire kre dieten bij de Raiffeisenkassen de voornaamste plaats in; bijna 60 van het balanstotaal komt op rekening van deze post. Momenteel lopen er 95.000 kredieten op onder pand van onroerende goederen met een gemiddeld schuldbedrag van Zw.frs. 30.500. Dit gemiddelde bedrag ligt bij de Raiffeisenbanken aanzienlijk la ger dan bij de overige Zwitserse kredietinstellingen waar de gemiddelde hypotheek iets boven de Zw.frs. 100.000 ligt. Dit duidt erop, dat de plaatse lijke banken hun cliënten toch vooral onder de minder draagkrachtigen hebben. Terwijl de middelen in 1970 met 9,6% toe namen, groeide de krediet- en voorschotverlening met 10,5%. De hypothecaire kredietverlening be liep 2,36 miljard, kredieten voor gemeenschaps doeleinden beliepen f 340 miljoen, leningen op borgtocht bedroegen f 91 miljoen, terwijl kredieten in rekening-courant een niveau van 272 miljoen bereikten. Bron ter nagedachtenis van de Raiffeisenpionier Pfarrer 1. E. Traber. 330

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 40