FINANCIEEL OVERZICHT
VASTE WISSELKOERSEN
Nog tijdens de tweede wereldoorlog is men be
gonnen een plan te ontwerpen voor de weder
opbouw van de wereldeconomie, waarmee gestart
zou kunnen worden, zodra de vrede een feit zou
zijn.
Een van de belangrijkste voorwaarden voor een
gezonde wereldeconomie is een goed functione
rend betalingsverkeer tussen de landen onderling.
Men heeft daarom in 1944 het Internationale Mone
taire Fonds (I.M.F.) opgericht en een valuta
systeem ontworpen dat in het kort neerkomt op
het volgende.
De munteenheden van de lidstaten van het
I.M.F. hebben een waarde, die in een bepaalde
vaste verhouding staat tot de Amerikaanse dollar.
De waarde van de dollar is op zijn beurt gelijk
gesteld aan een bepaalde hoeveelheid goud.
De leden dienen er namelijk voor te zorgen, dat
de waarde van hun valuta in het valutaverkeer niet
meer dan 0,75 of 1 naar boven of naar beneden
zal afwijken van de afgesproken pariteit. Deze sta
bilisatie van de wisselkoers komt tot stand door
dat de centrale banken van deze landen binnen de
gestelde prijslimieten aangeboden vreemde valuta
desgewenst overnemen en gevraagde eigen valuta
aanbieden.
Goud- en deviezenreserves vormen een belang
rijk hulpmiddel bij dit beleid.
Van de vaste wisselkoersen kan na overleg met
het I.M.F. worden afgeweken (pariteitsverandering)
wanneer er sprake is van een structurele oneven
wichtigheid (overschot/tekort) in de betalings
balans. Dit kan zijn oorzaak vinden in het feit, dat
de produkten en diensten die een land aan andere
landen aanbiedt relatief te goedkoop, respectieve
lijk te duur zijn.
In het eerste geval kan de externe aanpassing
plaatsvinden door de eigen munteenheid ten op
zichte van de dollar en dus ten opzichte van de
valuta van de andere leden van het I.M.F. in prijs
te verhogen (revaluatie).
Ontstaat er echter een tekort-situatie dan kan
de oorzaak liggen in het feit dat de in het inter
nationale verkeer aangeboden goederen en dien
sten te duur zijn.
Aanpassing kan plaatsvinden door de eigen
valuta in prijs te verlagen (devaluatie).
Belangrijk bij de eerder vermelde interventie-
politiek van de centrale banken ter ondersteuning
van het systeem van vaste wisselkoersen zijn de
reserves welke dienen om tijdelijke verstoringen
op te vangen. Hiermee wordt extra vraag naar en
aanbod van valuta opgevangen.
Naast goud nemen bij deze reserves deviezen
een belangrijke plaats in. Deze deviezen bestaan
in de praktijk grotendeels uit dollars. De over
heersende positie van de Verenigde Staten in de
wereldeconomie en het sterk ontwikkelde Ameri
kaanse bankwezen maakte dat veel transacties in
dollars werden verricht. Het vertrouwen in de
handhaving van de waarde van de dollar als sleu
telvaluta maakte van de dollar een reservevaluta
zonder koersrisico.
BETALINGSBALANSTEKORT EN EURODOLLAR-
MARKT
De overgang naar groeiende tekorten op de
betalingsbalans van de Verenigde Staten (thans
2 a 3 miljard dollar) deden de goudreserves slinken
en de schuld aan andere landen, met name aan
de Westeuropese staten, toenemen. Blijvende te
korten op de betalingsbalans o.m. voortvloeiend
uit kapitaalexporten en militaire verplichtingen in
West-Duitsland, Japan en Vietnam, betekenen in
feite kredietverlening door het buitenland aan de
Verenigde Staten. Vooral in Europa stegen deze
tegoeden, welke tegelijkertijd voorzagen in de
groeiende behoefte aan deviezenreserves.
Ook vormden deze vorderingen op de Verenigde
Staten de basis voor een intensieve kredietver
lening via de Eurodollarmarkt. Het bankwezen
buiten de Verenigde Staten nam dollartegoeden
over van ingezetenen en niet-ingezetenen en
324