Mutaties in de toevertrouwde middelen bij de aangesloten Raiffeisenbanken COMMENTAAR OP DE CIJFERS Spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen Bedragen x 1 mijloen juni januari t/m juni 1971 1971 Spaartegoed 119,4 476,7 Termijndeposito's 6,9 32,8 Tegoed op privérekeningen 2,5 187,7 Rekening-courant zakelijk 37,4 171,1 Totaal 147,4 802,7 Juni De aanwas van de toevertrouwde middelen lag bijna 49 boven het niveau van 1970. Voor het spaarresultaat bedroeg dit percentage 82. Het spaarverschil ad f 119,4 miljoen be tekende een nieuw record, in geen enkele maand in het verleden werd een hoger spaaroverschot geboekt. De verbetering in het spaarresultaat ten opzichte van voorgaande jaren bleek bij de semi-stedelüke en platte- landsbanken aanzienlijk groter te zijn dan bij de stedelijke banken. De uitzettingen namen met f 38,9 miljoen toe hetgeen slechts f 2,2 miljoen meer was dan vorig jaar. De leningen verstrekt aan natuurlijke personen en private rechtspersonen ondergingen een uitbreiding van 53,9 miljoen tegen f 64,4 miljoen in 1970. De debetsaldi in rekening-courant vermin derden echter met f 20,5 miljoen tegen f 33,2 miljoen vorig jaar. Januari t. m juni Het eerste halfjaar van 1971 gaf een sterke groei van de toevertrouwde middelen te zien. De toename bedroeg f 802,7 miljoen, hetgeen een procentuele groei betekende van 7,7 tegen 6,7 in de overeenkomstige periode van 1970 Alleen de ontwikkeling van de termijndeposito's stak on gunstig af bij die van vorig jaar. Bij de overige toever trouwde middelen werd de groei van 1970 overtroffen. In de afgelopen 5 jaar maakte het spaaroverschot van de plattelandsbanken in het eerste halfjaar 38,8 uit van het totaal, dit jaar was dit 43,2%. Het procentuele aandeel van de stedelijke banken liep meer terug dan dat van de semi-stedelijke banken. De uitzettingen namen met f 357,8 miljoen toe tegen f 378,3 miljoen in 1970 en f 337,4 miljoen in 1969 of in procenten van de stand op 1 januari gemeten respectievelijk 5,2, 6,5 en 6,8. Juli Op basis van de gegevens van de geautomatiseerde banken wordt ook voor juli een gunstige ontwikkeling van de spaargelden verwacht. Bedragen x f 1 miljoen mei Spaarverschil Spaartegoed 31 mei Inlagen Terug betalingen mei juni jan. t/m mei Bedrag Percen tage 1971 1971 1971 1971 1971 1971 1971 Raiffeisenorg 394 287 107 119 355 9.210 24,9 Boerenl.bankorg. 265 204 61 70 222 5.963 16,1 Rijkspostspaarbank 160 133 27 41 161 6 160 16,6 Alg. spaarbanken 2) 940 816 124 33 326 8.628 23,3 Handelsbanken e.o. 547 325 222 917 7.087 19,1 2 306 1.765 541 1.981 37.048 100,0 Inclusief Centrale Bank. 2) Exclusief met handelsbanken gelieerde spaarbanken. 321

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 31