best kan weergeven met het Engelse woord „brain storming", is het logisch dat de ene gedachte weer door een andere wordt gevolgd. Wanneer bij voorbeeld over het al dan niet bindend zijn van het rente-advies in het begin de gedachte was ge vormd om afwijkingen van het advies mogelijk te maken door goedkeuring van exploitatiebegrotin gen, waarin aan de hand van de rentabiliteits- en solvabiliteitspositie en de personeelsformatie be paalde rentetarieven zouden worden goedgekeurd, is ook deze gedachte weer gewijzigd en door een andere gedachtengang gevolgd. Daarbij gaat men ervan uit, dat de bestuursorganen van de plaatse lijke banken zelf een grote verantwoordelijkheid voor de gang van zaken bij hun bank hebben en voelen. Daarom is in een volgend stadium de ge dachte gerezen om exploitatiebegrotingen te doen indienen en alleen wanneer binnen een bepaalde termijn zou blijken dat deze aanleiding kunnen geven tot verschillen van inzicht, een gesprek tus sen vertegenwoordigers van de Centrale Bank en de betrokken plaatselijke bank te doen plaats vinden. Ik geef u dit alleen als voorbeeld om u aan te tonen dat ernstig wordt gezocht naar oplossingen voor organisatorische verhoudingen, die een uit gangspunt kunnen vormen voor de daarop vol gende gesprekken met vertegenwoordigers van beide organisaties. Ik zou ook andere voorbeelden kunnen noemen, zoals de procedure bij de benoeming van een directeur van een plaatselijke bank of de wijziging van werkgebieden aldus spreker. Ik wil in deze vergadering echter niet op deze hele problematiek ingaan, omdat ik dan zou vooruitlopen op een discussienota, die nog niet klaar is. Ik wil u slechts verzekeren dat deze problematiek ernstig wordt bezien om in de genoemde colleges uitgangspunten te vinden voor de gesprekken met de vertegen- 258

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 20