Mr. C. Th. E. Graaf
van Lijnden van Sandenburg.
doordat de discontotarieven in binnen- en buiten
land zijn verlaagd. Nu het perspectief om uit een
vergroting van de rentemarge zoals de laatste
jaren het geval is geweest de kostenstijging te
dekken, grotendeels is verdwenen, vraagt de
kostenvergoedingsregeling voor aangeboden dien
sten bijzondere aandacht. Dit is een vraagstuk
waarvoor het gehele bankwezen is geplaatst.
Overleg met representatieve organisaties van
andere banken achten wij noodzakelijk om tot aan
vaardbare algemene regels te komen. Daarnaast
zullen wij intern dienen na te gaan, in hoeverre
ons kostendekkingssysteem voor verbetering in
aanmerking komt.
Onze bedrijfsinkomsten hebben geen ander doel,
dan een volledige kostendekking te vinden plus de
vorming van een voldoende buffer aan beschikbaar
risicodragend vermogen. Met dit doel voor ogen
hebben wij een minimumwinst na te streven, in
tegenstelling tot maximumwinst. Onze coöpera
tieve principes blijven daarbij hun geldigheid be
zitten.
in balans te houden, zowel met de groei als met
toenemende risico's. Dit vraagt een solidair beleid
van alle banken afzonderlijk.
Centrale Bank
De resultatenrekening van de Centrale Bank
sluit met een gunstig winstsaldo van ruim f 17 mil
joen, tegen 9,4 miljoen in 1969. In de toelichting
op de rekeningen is aangegeven dat het resultaat
van 1969 negatief is beïnvloed door een extra
boeking in dat jaar van ontwikkelingskosten van
aangesloten banken. Zonder deze post zouden de
resultaten van 1969 3,6 miljoen hoger zijn ge
weest, zodat het verschil met 1970 dan nog 4
miljoen bedraagt.
In de beoordeling van de cijfers over 1970 dient
rekening gehouden te worden met de hoge rente
stand op de geldmarkt, waardoor ook voor korte
termijnuitzettingen vaak relatief hoge opbrengsten
konden worden verkregen. Thans bevinden wij ons
in dit opzicht in een geheel andere positie, mede
Raiffeisenhypotheekbank n.v.
De sterke groei van de uitstaande portefeuille
aan hypothecaire leningen houdt verband met de
spanning die er in het afgelopen jaar tussen de
middelen en uitzettingen van de plaatselijke banken
bestond. De Hypotheekbank fungeert als aanvul
lend financieringsinstituut voor de banken, die uit
eigen bronnen onvoldoende in de kredietvraag
kunnen voorzien. Ook voor 1971 wordt een belang
rijke stijging van hypothecaire verstrekkingen door
de Raiffeisenhypotheekbank n.v. verwacht. In ver
band daarmee is de financiële positie in het voor
jaar door een emissie van pandbrieven geconsoli
deerd. De emissie van f 25 miljoen is in zeer korte
tijd voltekend en mag omdat het de eerste
emissie was als bijzonder geslaagd worden
beschouwd.
O.R.G.F.
Gememoreerd werd ten slotte door de voorzitter
van het bestuur dat inmiddels besloten is om ook
ten behoeve van afdeling B van het O.R.G.F. over
te gaan tot premieheffing, om te voorkomen dat te
veelvuldig een omslag moet worden geheven om
het tekort van B te dekken.
255