Na Oostenrijk (waarover wij in het maartnummer berichtten) willen ook de toporganen van de Duitse coöperaties komen tot een vernieuwing van de Duitse coöperatiewet, aldus de Raiffeisen Zeitung uit Oostenrijk. Het onlangs bij het ministerie van justitie inge diende ontwerp heeft op de allereerste plaats tot doel de eigen vermogenspositie van de coöpera ties te verbeteren. Het coöperatieve eigen ver mogen bestaat, zoals bekend, behalve uit winst reserveringen voor een groot deel uit bijdragen der leden. Omdat het aantal leden regelmatig ver andert, verandert ook het eigen vermogen. Hier door zijn de coöperaties vaak door een gebrek aan eigen vermogen in hun activiteit beperkt. Ter ver gemakkelijking van de vorming van eigen vermogen wordt in het Duitse recht een nieuwe coöperatie- vorm geïntroduceerd: eingetragene Genossen- schaft ohne Haftpflicht (coöperatie zonder aan sprakelijkheid). Gehoopt wordt dat men door de op heffing van de aansprakelijkheid bereid is een groter aantal aandelen te nemen. Een belangrijke vernieuwing ten opzichte van de thans geldende wet is de bepaling dat voor een wijziging van de statuten een drie-vierde meerderheid voldoende is en niet zoals thans geldt, alle leden met de wijzi ging moeten instemmen. Voor de coöperaties zal in de toekomst ook het principe van het meervoudig stemrecht zijn toe gestaan. Hierbij is echter niet alleen de grootte van de kapitaaldeelname bepalend, maar ook de mate waarin het lid van de coöperatie gebruik maakt. leder lid, dat thans door de drievierde meerder heid overstemd wordt, heeft in het nieuwe wets ontwerp het recht zijn lidmaatschap direct op te zeggen. Bij overlijden moet het mogelijk worden dat de erfgenamen het lidmaatschap overnemen. De gewone opzeggingstermijn moet bij alle coöperaties tot 5 jaar uitgebreid worden, teneinde een garantie voor langlopende contracten te krij gen. Vooral voor kapitaalintensieve coöperaties is dit van belang. Voor het voeren van een modern bedrijfsbeleid zal de directie in de toekomst over meer volmach ten dienen te beschikken. De directie moet de coöperatie naar eigen verantwoordelijkheid kunnen leiden. Beslissingen van verreikende betekenis zullen echter ook in de toekomst door de algemene vergadering moeten worden genomen. Fusies van coöperaties zullen in de toekomst slechts plaats kunnen vinden door opheffing en nieuwe oprichting. Besluiten twee of meer coöpe raties tot een fusie over te gaan dan heffen de beide bestaande coöperaties zich op en stichten een nieuwe coöperatie, waaraan het vermogen overgedragen wordt. Eveneens in de Osterreichische Raiffeisen Zei tung wordt gemeld, dat de Internationale Raif- feisen-Union door de F.A.O. (Voedsel- en Land bouworganisatie der Verenigde Naties) is erkend als contactorganisatie. Daarmee heeft de F.A.O. de waarde van het werk ingezien, dat de Raif- feisenorganisaties bij de opbouw van landbouw coöperaties in verschillende ontwikkelingslanden verrichten. De Internationale Raiffeisen-Union werd in 1968 op instigatie van het Duitse Raiffeisen- verband naar aanleiding van de herdenking van de 150e geboortedatum van Friedrich Wilhelm Raif feisen opgericht. De samenwerking met de F.A.O. heeft nu vaste vormen aangenomen. De Raiffeisen- Union zal in de toekomst als waarnemer aan F.A.O. conferenties kunnen deelnemen. In 1968 gaf de Duitse Bondsrepubliek een Raif- feisenherdenkingsmunt uit als wettelijk betaal middel met een waarde van 5 DM. Wegens de grote vraag werd de oplage vast gesteld op vier miljoen stuks, wat bij de munt- verzamelaars de kritiek uitlokte dat dit grote aantal de prijs naar beneden zou drukken. De feiten hebben ze ongelijk gegeven: de Raiffeisenmunt wordt momenteel verhandeld tegen 19 DM, aldus de Raiffeisenecho. In The Banker wordt een interessant markt onderzoek beschreven dat in Engeland gehouden werd in opdracht van Williams and Glyn's Bank. Deze bank is door een fusie tot stand gekomen en voor de bank gaf dit de mogelijkheid een nieuwe stijl van management in te voeren. De nieuwe directie bestaat nu voor meer dan de helft uit uit voerende leden (executive directors). De nieuwe bank is georganiseerd in afdelingen met elk een excutive director aan het hoofd, die verantwoordelijk is voor zijn eigen winstplan. Deze afdelingen verzorgen de verschillende vormen van dienstverlening. De verantwoordelijkheid voor de planning op 233

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 45