Op deze wijze moet de grondbank de volgende facetten met elkaar trachten te verzoenen: de financier een voldoende rendement geven de grondgebruiker laten profiteren van het aan trekkelijke pachtprijsniveau en hem tevens een residu van eigendomsrecht te laten. De overheid moet hierbij het verschil overbrug gen tussen het minimaal noodzakelijke rendement voor financiers en het pachtprijsniveau. NADERE VOORWAARDEN 1. De grondbank (S.B.L.) verwerft de eigendom van de grond tegen een prijs die maximaal mag bedragen de marktprijs van verpacht land met agrarische bestemming. (Om de gedachte te bepalen denkt men aan 7.500,per ha voor akkergrond en 6.000,per ha voor weide gronden). 2. De S.B.L. koopt de grond alleen als zij daarmee de landbouwstructuur (bedrijfsvergroting) sti muleert. Daarom zijn er drempelvoorwaarden voor de door S.B.L. aan te kopen bedrijfs- oppervlaktes gesteld. a. Bij bedrijfsovername (ouder/kind; verpach ter/pachter) moeten akkerbouwbedrijven ten minste 50 ha en weidebedrijven ten minste 30 ha groot zijn. Alle bij de overname be trokken grond moet aan de S.B.L. worden overgedragen. b. Bij bedrijfsvergroting moet de onder a. ge stelde norm worden bereikt, terwijl de ver groting ten minste 25 moet bedragen met een minimum van 10 ha. In principe koopt de S.B.L. alleen de opper vlakte waarmee vergroot wordt; eventueel kan ook overige eigendomsgrond door S.B.L. worden gekocht. c. Wordt een bedrijfsvergroting bereikt door een duurzaam samenwerkingsverband tus sen meerdere ondernemers dan moeten akkerbouwbedrijven ten minste 80 ha en weidebedrijven ten minste 50 ha groot worden. 3. De S.B.L. kent de verkoper-gebruiker de vol gende genotsrechten toe: a. een 26-jarige erfpacht tegen een jaarlijkse canon van netto 4 van de overdrachts- prijs van de grond bedoeld onder 1. De gebruiker moet dus behalve die 4 ook alle andere lasten dragen, welke aan het grondgebruik zijn verbonden. b. de S.B.L. kan toestemming geven tot ver koop van het erfpachtrecht. c. Vestiging van gebouwen op erfpachtgrond is echter niet toegestaan. d. Er is geen recht van terugkoop. Een ver zoek tot terugkoop kan worden gehono reerd behalve indien: de grond een niet-agrarische bestem ming heeft of krijgt het bedrijf volgens de dan geldende normen te klein is geworden. De terugkoopprijs zal afhangen van de dan heersende marktprijs. e. Er is ook geen recht op verlenging van het erfpachtsrecht. Een verzoek tot verlenging kan gehonoreerd worden behalve in de sub d. genoemde gevallen, met dien verstande dat slechts wordt verlengd tot de 65-jarige leeftijd van de erfpachter. Opvolgende kin deren krijgen een nieuw contract. Zoals het voorstel thans is geschetst, laat het echter nog vele vragen onbeantwoord. In de com mentaren komt dat ook wel tot uiting. De meest wezenlijke kritiekpunten welke verdere verduidelijking behoeven zijn: a. de terugkoop- en verlengingsvoorwaarden spe ciaal met betrekking tot de bepaling van de hoogte van grondprijs en de hoogte van de canon, waarbij ook nog fiscale consequenties kunnen optreden; b. de gang van zaken bij het tussentijds ontstaan van een niet-agrarische bestemming van de grond; 229

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 41