'umei ontwikkelingen drogisterij-bedrijf maken in Oostenrijk en Zwitserland 30 van de omzet uit, in West-Duitsland slechts 20 Ver band- en geneesmiddelen nemen in Zwitserland bijna 20 van de omzet voor hun rekening, in Duitsland 11 en in Zwitserland 7%. Voor de beoordeling van de omzetontwikkeling in Oosten rijk is het wel aardig om te weten, dat de gereali seerde omzetstijging van de drogisterij-branche ruim 30 groter was dan de stijging die de totale detailhandel behaalde. De jaarlijkse gemiddelde stijging van de omzet in de periode 1966-1970 bedroeg in Zwitserland gemiddeld maar 4 per jaar, terwijl dit percentage in de daaraan voorafgaande jaren nog bijna 10 bedroeg. Ook in Duitsland hebben de drogisterij- omzetten zich de laatste jaren langzamer ontwik keld dan in de daaraan voorafgaande periode. De reeds voor ons land geconstateerde vertra ging in de groei van de jaarlijkse omzet blijkt zich dus ook in het buitenland voor te doen. SEIZOENPATROON In de afzet van drogisterij-produkten is een zeer duidelijk seizoenpatroon herkenbaar. De omzetten schommelen niet alleen doordat de afzet van sommige artikelen aan een bepaalde periode ge bonden is, maar ook de bestaande koopgewoonten en tradities beïnvloeden de afzet. Niet alleen maandelijks maar zelfs wekelijks doen zich schom melingen in de afzet voor. Het is duidelijk, dat dit grote consequenties voor de inkoop heeft, waardoor de detaillist voor extra kosten wordt geplaatst. In ons land zijn verkoop- toppen te constateren in juli en december, relatief slechte maanden zijn januari en februari. In de ons omringende landen is een soortgelijk patroon te zien; alleen de maand november is in ons land iets gunstiger dan elders in verband met de Sinter- klaasdrukte. DE FINANCIERING De tijd, dat men met betrekkelijk weinig mid delen een eigen detailhandelszaak kon beginnen, ligt ver achter ons. Tegenwoordig zijn daarvoor in de regel grote bedragen nodig. De drogisterij-branche vormt hierop zeker geen uitzondering. De hoogte van de investeringen is afhankelijk van tal van factoren, zoals vestigingsplaats en verwachte omzet. Relateert men het gemiddelde benodigde aanvangskapitaal aan de geschatte om zet, dan blijkt dat voor zaken welke in een eigen pand beginnen, het aanvangskapitaal 33 van de omzet per jaar zal moeten bedragen. Begint men met een gehuurd pand, dan zal dit percentage 10% lager liggen. Bij een gemiddelde omzet van 135.000, zoals die in 1969 door de detaillist in drogisterijprodukten werd behaald, is dus een kapitaalinvestering van ongeveer 30.000 nodig in geval hij begint in een gehuurd pand en van ongeveer 45.000 als hij in een eigen pand begint. 214

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 26