tuigen dalen aoordat de aanvankelijke „earning power" is gedaald. IV. Direct-geinduceerde ongecompenseerde lasten Bij voorbeeld uitgaven gedaan om schade te voorkomen of te verhinderen. Een tuinder kan bij voorbeeld grote schade in de toekomst vermijden door van open lucht op kassenteelt over te gaan. Men wordt dus a.h.w. ,,op hogere kosten ge jaagd". V Indirect-geinduceerde ongecompenseerde lasten Uitgaven welke niet door de direct getrof fenen worden gedaan maar door anderen. Bij voorbeeld de overheid die bepaalde milieubehoedende maatregelen bekostigd. Dit is a.h.w. het publieke complement van de sub I t/m IV genoemde private kosten. B. DEDUCTIEF Een typologie van economisch relevante las ten. Expretiale effecten kunnen zichtbaar wor den (bruto en netto) in de inkomenspositie of in de vermogenspositie zowel bij particuliere bedrijfshuishoudingen als bij de overheid. Daarnaast kunnen ze ook doorwerken in de consumptiesfeer (bv. een telefoon krijgt voor iemand meer waarde naarmate zijn kennissen ook een telefoon aanschaffen; nieuwe modellen in de damesmode trachten bij de bestaande modellen „economische" veroudering te be werkstelligen). Tenslotte vermelden we nog de mogelijke over- heidsinstrumenten ten aanzien van expretiale ef fecten. Deze kunnen gericht zijn op: a. eliminering Het verwijderen of aanpassen van de bron van ontstaan. Voor de veroorzakers kan dat vermij- dingskosten meebrengen. b. compensering In eerste instantie moeten de veroorzakers de getroffenen compenseren. c. neutralisering Het effect blijft bestaan maar de overheid neemt afschermings- of ontwijkingsmaatregelen ten behoeve van (potentieel) getroffenen. d. contra-balancering Het treffen van publieke voorzieningen die con tra-effecten (contra-baten) in het leven roepen. Bij voorbeeld: groenzones - bosaanleg, nieuwe wegen ter vermindering van verkeersconges- ties. De instrumenten a en b werken via de produktie- kosten en c en d via de belastingdruk bij het be drijfsleven door op de omvang van het nationaal inkomen. Kortheidshalve kunnen we niet verder op alle gebruikte begrippen en voorbeelden ingaan. Met namo de laatste hoofdstukken geven een interes sante bijdrage tot het doordenken van de theore tische en politieke mogelijkheden inzake de aanpak van expretiale effecten, in het bijzonder waar het gaat om expretiale lasten. H. 211

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 23