nummer en eigen bankrekeningnummer. Dit kan torenboekje wordt evenals de kantorenfile regel matig up-to-date gehouden. HET NUMMER-NAAMBESTAND, SYSTEEM IN CIJFERS In de loop van dit jaar zijn de banken dus be gonnen met het doen inbrengen van de door hen uitgegeven 9-cijferige rekeningen, de naam van de rekeninghouder en het kantoornummer. In het nummer-naambestand vindt dagelijks uit breiding resp. correctie plaats. De uitbreiding om vat gegevens van nieuwe rekeninghouders van de banken. De correcties kunnen o.a. omvatten een wijziging in de van de cliënt opgenomen naam, een verandering van het rekeningnummer of kan toornummer ofwel het vervallen van een rekening nummer. Hierbij wordt aangetekend, dat vervallen rekeningnummers tot het einde van het volgende kalenderjaar geblokkeerd blijven alvorens ze op nieuw kunnen worden uitgegeven. Het op magnetische banden voorkomende be stand bestaat resp. uit de volgende gegevens; kantoornummer (dit verwijst dus naar de kantoren file), rekeningnummer, voorletters en naam van de bankcliënt (maximaal 24 posities). DE ELFPROEF OP HET REKENINGNUMMER Een bankrekeningnummer wordt uitsluitend door de computer van de Bankgirocentrale in het be stand toegelaten als het nummer voldoet aan de elfproef. Deze elfproef kan rekenkundig als volgt worden uitgevoerd: vermenigvuldig het eerste cijfer links met 9, het tweede cijfer met 8, het derde met 7 enz. Het meest rechtse cijfer wordt dus met 1 ver menigvuldigd. De som van de negen verkregen produkten moet bij deling door 11 een rest nul geven. Bij opgave van een foutief nummer gaat de elfproef vrijwel nooit op, hetgeen de computer, die elk toegevoerd nummer controleert, dan feilloos vaststelt. De meest voorkomende fouten zijn schrijffouten, een verwisseling van 2 cijfers, of een ponsfout in een cijfer. Volledige garantie kan de elfproef niet geven. Gebruikt iemand nl. een volkomen wille keurig foutief nummer dan is er toch een zeer kleine kans dat de elfproef opgaat. Ook de ver wisseling van nummers komt vanzelfsprekend door de elfproef-controle niet aan het licht. DE VERWERKINGSPROCEDURE VAN EEN BE TALINGSOPDRACHT Wat gebeurt er nu als er een betalingsopdracht, b.v. een creditering voor de bankcliënt J. P. Betaler wordt verwerkt door de Bankgirocentrale? De computer leest het rekeningnummer zowel van de debiteur als van de crediteur in en controleert voor beide nummers de elfproef. Via de bankgrenstabel wordt bepaald tot welke hoofdbank elk nummer behoort. Elk nummer wordt opgezocht in het nummer-naambestand en de naam van de cliënt en het kantoornummer worden in het computergeheugen opgenomen. Vervolgens levert de kantorenfile aan de hand van de gevonden kantoornummers en de bankvolgnummers de namen en adressen van de bankkantoren. Alle gegevens zijn nu beschik baar om de debet- en de creditmutatienota's met de snelle regeldrukker van de computer te kunnen printen. HET NUMMER-NAAMBESTAND MOET BIJGEHOUDEN WORDEN Met het bovenstaande zal zijn aangetoond dat het dagelijks up-to-date gehouden nummer-naam bestand levensvoorwaarde is voor een snel en efficiënt verlopend overboekingsverkeer via de Bankgirocentrale. Zijn geopende rekeningen nl. niet ingebracht, dan wordt noch de naam, noch het kantoor in het bestand aangetroffen. De des betreffende mutatienota wordt wel gemaakt doch toegespeeld aan het hoofdkantoor van de des betreffende bankinstelling. Dit betekent dat de betaling wel doorgaat, maar dat veelal de credi tering dan met vertraging zal geschieden. 209

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 21