WOB verhouding Centrale Bank en aangesloten banken. Een dergelijk onderwerp behandelt in concreto de gedachte van éénwording. Voor de Centrale Banken is ook daarbij de steun van de lokale banken onontbeerlijk. Een van de graadmeters van het oordeel van de aangesloten banken over de vorderingen tot dus verre, is de Algemene Vergadering. Eén van de graadmeters, want er zijn andere. Juist in de Al gemene Vergadering echter is de gehele organi satie aanwezig en treedt als zodanig naar buiten op. Hoe reageert onze organisatie na de discussie in de Ringvergaderingen en bij punt 9 van de agenda van de Algemene Vergadering: Het stre ven naar een zo volledig mogelijk samengaan met de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven? Lauw? Enthousiast? De aard van de reactie is medebepalend voor de voortgang van de voor bereidingen van het samengaan. Voor het eerst zal de Algemene Vergadering zich als zodanig daar over uiten. Wordt daarna het resultaat van de Algemene Vergadering van de Centrale Boerenleenbank op 27 mei 1971 bekend, dan zullen twee van meerdere graadmeters de opinies hebben geregistreerd. Vooral de buitenwacht echter zal juist op deze twee haar oordeel baseren. INTEGRATIE MAANDBLADEN Het streven naar volledig samengaan van de beide landbouwkredietorganisaties betekent dat tal van werkzaamheden van de beide Centrale Banken geharmoniseerd en waar mogelijk geïnte greerd gaan worden. Van de vorderingen van een en ander werden de aangesloten banken kortelings door middel van de inhoud van een rede van de voorzitter van de hoofddirectie van de Coöperatieve Raiffeisen- Boerenleenbank, gehouden op de Centrale Ring- vergadering van 23 maart jongstleden, op de hoogte gebracht. Uit deze rede blijkt dat ook op het gebied van de publikaties harmonisatie en integratie zal plaatsvinden. Bepaalde nieuwe pu blikaties komen ter beschikking van alle banken. Andere media worden samengevoegd. Zo wordt er naar gestreefd om per 1 januari 1972 te komen tot één blad, dat Raiffeisenbode en De Boeren leenbank zal gaan vervangen. Sedert enkele maan den is een paritair samengestelde contactgroep bezig zich zorgvuldig te beraden over de opzet van het nieuwe blad, dat meer zal moeten zijn dan een optelsom van de beide bestaande bladen. Alhoewel de schrijvers van dit blad met volledige inzet meedenken over de functie en de opzet van het nieuwe blad, zien zij met enige weemoed het moment aanbreken, waarop de laatste editie van de Raiffeisenbode zal verschijnen. Tegelijkertijd staan zij echter voor de eervolle opdracht een nieuw gemeenschappelijk blad te doen oprijzen, dat op waardige wijze de beide bestaande bladen zal vervangen en in een brede lezerskring een minstens zo goede appreciatie zal verwerven. li1!' BIJDRAGE AAN BEZITSVORMING Onlangs werd een nieuw element toegevoegd aan het arsenaal van bezitsvormende maatregelen, namelijk het bezitsvormingsfonds. Zes jaar geleden verkocht de Staat zijn aandelen in de N.V. Breed band voor ruim 435 miljoen gulden. Het kabinet Marijnen besloot 100 miljoen af te zonderen voor persoonlijk duurzaam bezit van de kleine spaar ders. Een voorstel tot het invoeren van een derge lijk fonds, ingediend door minister Veldkamp, haalde het echter niet. Het fonds met de aange kweekte rente beliep aan het begin van dit jaar 142 miljoen. Een inmiddels aangenomen wets voorstel, dat op 9 mei 1969 door minister Roolvink werd ingediend, maakt het voor Nederlanders van 21 tot en met 59 jaar met een belastbaar inkomen beneden 18.000,mogelijk een beroep te doen op het fonds. Voorzien wordt in de mogelijkheid van het verschaffen van renteloze leningen bij aankoop van een eigen huis. Voorts kan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening uit de middelen van het fonds voor 50 deelnemen in het verlies dat voor een gemeente kan voortvloeien uit het garanderen van rente en aflossing van een lening, die degene aan wie voor de koop van een reeds eerder bewoonde woning een renteloze lening is verstrekt. 152

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 6