BESTUURDERSCONFERENTIES 1970-1971 ZEER GESLAAGD Het afgelopen winterseizoen waren voor de vierde maal een groot aantal bestuurders en leden van raden van toezicht van plaatselijke Raiffeisen- banken bijeen teneinde op een tweetal speciale studiedagen aandacht te schenken aan een reeks vraagstukken, welke nauw verband houden met hun functies. De bestuurdersconferenties, waarvan de eerste reeks werd gehouden in 1967, voorzien kennelijk in een grote behoefte bij zowel jongere als oudere bestuurders. Het bewijs hiervoor wordt wel ge leverd door het grote aantal meldingen, dat voor het afgelopen seizoen maar liefst de 1500 naderde! BESTUURDERSFUNCTIE STELT ZWARE EISEN Een functie als bestuurder of lid van een raad van toezicht stelt zware eisen aan degenen, die haar met succes willen vervullen. Uiteraard ver schilt dit bij de banken onderling zeer sterk en worden de vraagstukken vaak bepaald door de geografische ligging van een bank. Niettemin zijn er een aantal onderwerpen, waar van het nuttig is, dat men ervan kennis neemt, daar zij de kern raken van het coöperatieve bankwezen. Het is om deze redenen dat de in samenwerking met het viertal Instituten voor Landbouwcoöperatie gehouden cursussen van groot belang geacht wor den. Heeft men in de aanvang de cursus vooral ge richt op de jongere bestuurders, bij wie naar men wist, een grote behoefte bestond aan fundamentele kennis omtrent de organisatie, later heeft men ook de nadruk gelegd op de oudere bestuurders (ouder in de zin van „meer ervaren") om aan de te hou den discussies meer diepte te geven en de erva ringen te laten meespreken. De vorm, waarin de conferenties worden gehou den is medebepalend voor het succes ervan. Van de deelnemers wordt een totale inzet gevraagd en een diepgaande voorbereiding door middel van de hen reeds tevoren toegezonden samenvattingen van de te behandelen stof. Naast de inleidingen, die worden verzorgd door ervaren docenten, ligt de nadruk op het doorspreken van theorie en praktijkgevallen in kleinere werkgroepen met rap portage en gezamenlijk nagesprek. Deelnemers, welke voor het eerst naar een be stuurdersconferentie gaan bezoeken de conferentie gewijd aan het Nederlandse bankwezen, de Raif- feisenorganisatie, de statutaire werkwijze van de bank en het bestuursbeleid in de praktijk. Daarna kan men in de erop volgende jaren steeds een stapje verder doen en deelnemen aan de tweede, derde of vierde jaarsconferenties. In het tweede jaar komt het dienstenassortiment van de bank en het personeelsbeleid ter sprake; het derde jaar is gewijd aan kredietbeoordeling en kredietbewaking, terwijl de in het afgelopen sei zoen voor het eerst gehouden vierde jaars confe rentie de interne organisatie en de rentabiliteit als onderwerpen had. EEN VIJFDE JAAR ALS AFSLUITING Bereikte het aantal aanmeldingen zoals gezegd bijna het indrukwekkende cijfer van 1500, dat wil niet zeggen dat iedereen aanwezig was op de con ferenties. Door allerlei oorzaken, zoals b.v. ziekte, geen vervanger voor het dagelijkse werk kon een aantal deelnemers in spé niet aanwezig zijn. Beziet men echter het aantal dat de conferenties metterdaad heeft bezocht, dan springt eruit naar voren, dat het percentage van ongeveer 80 vergeleken met andere bijeenkomsten van deze zwaarte bijzonder goed is. De grote belangstelling voor de conferenties en de noodzaak blijvend aandacht te schenken aan de vorming van de bestuurders van de plaatselijke organisaties, heeft de directie van de Centrale Bank dan ook doen besluiten een vijfdejaars-con- 180

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 34