enkele jaren geconfronteerd met een uiterst trage
groei.
Nam het bruto nationaal produkt over de jaren
1958-1968 gemiddeld nog met 3,2% toe, een ver
scherpte nadruk op beperking van de binnenlandse
bestedingen leidde tot een duidelijk verminderde
groei, nl. van 1,9% in 1969 en 1,75% in het afge
lopen jaar. Het Verenigd Koninkrijk bevindt zich in
de paradoxale situatie, waarbij stagnatie gepaard
gaat met groeiende inflatie. De stagnatie, welke
stoelt op het geringe vertrouwen van producent en
consument, en welke ook wordt toegeschreven aan
de hoge belastingen blijkt ook uit de industriële
produktie, die in 1970 nog maar met 1,4% toenam
(1968: 4,5%). Ondanks de stagnatie was er sprake
van een met galopperende inflatie aangeduide loon-
en prijsstijging. De gemiddelde loonstijging over
1970 beliep 13,5%.
Aangezien hiertegenover slechts een schamele
produktiviteitstoename stond, kon een afwenteling
van de sterk gestegen loonkosten op de prijzen
niet uitblijven. Eén en ander vindt zijn neerslag in
de gedurende een jaar tijds met 81/2 gestegen
kosten van levensonderhoud. Doordat de werk
nemers bij het afsluiten van contracten reeds op
toekomstige prijsstijgingen anticiperen, ontstaat er
een versnelling in de loon- en prijsspiraal. Inflatie
wordt meer en meer als een discreet middel gezien
om sociale spanningen te reduceren en remmingen
in de groei te voorkomen. Zo werden looneisen van
16% van de werknemers in elektrische centrales
ingewilligd.
RESTRICTIEF MONETAIR BELEID REMT INVESTE
RINGEN
De Britse ondernemers hebben niet alleen te
maken met massale loonsverhogingen, maar ook
met de gevolgen van een restrictief monetair en
budgettair beleid van de overheid.
Ondanks discontoverlagingen in andere landen
hield Engeland sedert 15 april 1970 aan een dis
conto van 7 vast. Het hoge officiële disconto
was onder meer gericht op het beperken van de
binnenlandse bestedingen en zal bij krimpende
winstmarges nadelige gevolge moeten hebben voor
de investeringsplannen van de ondernemers.
Men kan dan ook constateren dat de toch al
lage investeringsquote verder terugloopt. Met name
de industriële investeringen lopen terug. Naast
problemen op korte termijn, zoals een werkeloos
heidspercentage ter grootte van 3,1 van de wer
kende bevolking, wordt Engeland op de wat langere
termijn geconfronteerd met de gevolgen van stag
nerende investeringen. Hierdoor worden de toe
komstige mogelijkheden tot produktiviteitsverho-
ging nog verder gereduceerd. Met een verlaging
van de vennootschapsbelasting van 421/2 tot 40
hoopt de regering de investeringen weer aan te
wakkeren.
EXTERNE POSITIE VERSTERKT
Het enige positieve resultaat op korte termijn,
dat bereikt werd ten koste van de groei is de
gunstige ontwikkeling van de handels- en beta
lingsbalans. De lopende rekening (zichtbare en
onzichtbare handel) liet een overschot zien van
631 miljoen, hetgeen de helft meer was dan in
1969. De bijdrage van het goederenverkeer aan dit
overschot bedroeg slechts 3 miljoen, hetgeen
overigens het eerste overschot op de goederen
balans sedert 1958 was. Met sterk stijgende prijzen
zijn de exportvooruitzichten minder gunstig en zal
het voordeel van de devaluatie van 1967 verder
aangetast worden, terwijl toenemende inkomens de
importen zullen doen toenemen. Naast het over
schot op het onzichtbare (diensten)verkeer was het
het hoge disconto, welke de Britse betalingsbalans,
d.m.v. het aantrekken van vreemd kapitaal, in even
wicht hield. Het is tegen de geschetste ten dele
onzekere achtergrond, dat de Britse regering in
maart voor de taak gesteld stond maatregelen te
nemen ter stimulering van de groei, terwijl tege
lijkertijd de inflatie moest worden teruggedrongen,
hetgeen een schier hopeloze opgave blijft.
GELDMARKT
Iemand die zich interesseert voor wat er op de
geldmarkt omgaat, kan hierover veel aan de weet
komen. In verscheidene dag- en weekbladen en
periodieken wordt over dit onderwerp regelmatig
geschreven. Veelal wordt dit gedaan met de be
doeling de lezers te informeren, teneinde tegemoet
te komen aan de behoefte die er op dit gebied bij
de lezers bestaat. Onder de stroom van financiële
gegevens, die wordt bekend gemaakt, is er een
wekelijks terugkerende publikatie, die een bijzon
der karakter draagt, nl. de verkorte balans van De
Nederlandsche Bank (de weekstaat). De Bank is
namelijk sinds het in werking treden van de Bank-
175