Mutaties in de toevertrouwde middelen bij de aangesloten Raiffeisenbanken COMMENTAAR OP DE CIJFERS Spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen Bedragen x f miljoen februari jan. februari 1971 1971 Spaartegoed 68,0 136,4 Termijndeposito's 1,4 9,5 Tegoed op privérekeningen 31,9 63,7 Rekening-courant zakelijk 7,6 23,9 Totaal 90,9 185,7 ontwikkeling die niet veel verschilde van die uit voorgaande jaren. Het bedrag waarmee de uitzettingen toenamen was 103% van de aanwas der toevertrouwde middelen, hetgeen in ver gelijking met voorgaande jaren laag genoemd kan worden. Februari De toename van de toevertrouwde middelen overtrof die van februari vorig jaar met f 18,6 miljoen. De verbetering van het spaarresultaat met f 28,7 miljoen werd voor een belang rijk deel weer teniet gedaan door de minder gunstige ont wikkeling van de termijndeposito's en zakelijke tegoeden in rekening-courant. Het spaarresultaat van f 68,0 miljoen betekende een ver betering van 88 ten opzichte van het gemiddelde niveau van de 5 voorgaande jaren. Voor de semi-stedelijke banken bedroeg dit percentage 93 en voor de plattelands- en stedelijke banken resp. 91 en 81. De uitzettingen namen in februari met f 93,2 miljoen toe het geen een vermeerdering ten opzichte van februari 1970 in hield van f 6,0 miljoen. Geconstateerd kon worden dat het verschil met vorig jaar vooral veroorzaakt werd door de rubriek leningen verstrekt aan private rechtspersonen en natuurlijke personen. De overige uitzettingen vertoonden een Januari en februari Zowel het spaarverschil als de toename van het tegoed op privérekeningen vertoonde een belangrijke stijging ten op zichte van 1970, namelijk in totaal f 61,3 miljoen. De mutatie in de termijndeposito's en de zakelijke lopende rekeningen was minder gunstig dan in 1970. In vergelijking met het gemiddelde spaaroverschot in de eerste 2 maanden van de 5 voorafgaande jaren trad bij de stedelijke banken de belangrijkste verbetering op, ni. 100%. Bij de semi-stedelijke banken bedroeg dit percentage 82 en bij de plattelandsbanken 70. De uitzettingen zijn in de eerste 2 maanden van dit jaar met f 112,0 miljoen toegenomen tegen f 106,2 miljoen in 1970 en f 91,4 miljoen in 1969. Opvallend was in vergelijking met het verleden de afname van de debetsaldi in rekening courant met f 11,3 miljoen. De leningen namen per saldo met f 121,8 miljoen toe tegen f 104,8 miljoen vorig jaar en f 96,4 miljoen in 1969. Bedragen x f 1 miljoen januari Spaarverschil Spaartegoed 31 januari Inlagen Terug betalingen januari februari Percen- Bedrag M tage 1971 1971 1971 1970 1971 1970 1971 Raiffeisenorg. 410 342 68 48 67 8.923 7 903 25,2 Boerenl.bankorg. 290 246 44 30 44 5.785 5.161 16,4 Rijkspostspaarbank 176 166 142 34 24 54 6.033 5.618 17,1 Alg. Spaarbanken 2) 840 810 773 67 35 74 8.373 7.672 23,7 24,2 Handelsbanken e.o. 457 397 331 356 126 41 6.224 5.294 17,6 Totaal 2.173 OO co -U 339 178 35.338 T>4f 100,0 Inclusief Centrale Bank. 2) Exclusief met handelsbanken gelieerde spaarbanken. 173

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 27