lingen te maken krijgt en/of nog gaat krijgen zal
duidelijk worden uit de thans reeds bestaande:
hinderwet, de wet verontreiniging oppervlakte
wateren, de diverse provinciale en gemeentelijke
verordeningen alsmede uit de op stapel staande
wetten inzake de bodem- en luchtverontreiniging.
De economische relatie tussen bedrijf en milieu
kunnen we illustreren met enkele voorbeelden:
het onlangs in de U.S.A. afgekondigde verbod van
enzymatische wasmiddelen leidde in Nederland tot
een koersval van 13% bij een onderneming die
ook dat soort wasmiddelen in haar produktiepakket
had;
het verbod tot gebruik van cyclamaten in de U.S.A.
en in Nederland heeft bij een aantal industrieën die
deze stoffen verwerkten aanzienlijke omschake-
lingskosten veroorzaakt.
Ook in de sfeer van de land- en tuinbouw als
mede in de visserijsector zijn wel enkele voor
beelden van negatieve invloeden op het exploitatie
resultaat te noemen:
vele niet grondgebonden veredelingsbedrijven zo
als varkens-, kuiken- en kalvermesterijen moeten
voorzieningen treffen voor een juiste mestafvoer en
ter voorkoming van stankhinder indien ze in of
nabij de bebouwde kom liggen;
landbouwprodukten verwerkende industrieën die
veel afvalwater produceren kunnen zowel zuive
ringsinstallaties nodig hebben om water van ge
wenste kwaliteit in het produktieproces in te voeren
168