ENKELE RIDRUKKEK
De klant had geboekt voor een leuk wintersport-
reisje en ook de nodige vreemde valuta besteld.
Of hij niet een koffer met wat waardevolle spulle
tjes en juwelen van zijn vrouw zolang bij de bank
in bewaring mocht geven?
Dat mocht, dus sjouwde de klant op de dag van de
reis zijn koffer naar de bank, terwijl zijn vrouw,
wat nerveus van de voorgenomen trip, nog wat in
kopen deed voor als ze weer thuis zouden komen.
Hun zoon bracht ze dezelfde avond naar het station.
In de kluis stond in een donker hoekje de koffer.
De eerste dagen stootte je nog wel eens je knie,
maar na een paar dagen had niemand er meer last
van. Wel kregen ze hinder van een naar luchtje in de
kluis. Twee dagen later was het een stank gewor
den, die zich allang niet meer tot de kluis beperkte.
De directeur word erbij geroepen en dacht aan een
dode muis. Er werd geen muis gevonden. Wel zag
hij de koffer staan en snuffelde eens in de buurt
ervan. Vol afschuw week hij achteruit. Tegelijker
tijd flitsten er krantekoppen aan zijn geestesoog
voorbij: Koffermoordenaar slaat toe! Lijk in bank!
Hij herkende de lucht, er rotte iets onzegbaar naars
in die koffer!
Gelukkig kon de beheerder van het plaatselijke bij
kantoor hem ervan overtuigen, dat de klant een
brave man was, die noch zijn spaarboekje, noch
zijn rekening-courant had leeggehaald.
Wat te doenMen belde do zoon en in diens bijzijn
werd de koffer geopend, ledereen deinsde terug,
want bovenop lag een doos, waaruit een vreselijke
walm omhoog steeg.
Waren de juwelen aan het vergaanNee, in do
doos lagen twee rottende kippekadavers.
Thuis in het vriesvak van de koelkast vond de zoon
in net zo'n doos de juwelen van zijn moeder!
Echt gebeurd op een bijkantoor van een Raifteisen-
bank.
Cas Sier
VERBRUIK, PRODUKTIE EN AFZET IN BEWEGING
De veranderende consumptiegewoonten zijn de
afgelopen jaren niet in de laatste plaats ten goede
gekomen aan de producenten van frisdranken, bier
en gedistilleerd.
Het accent is in sterke mate komen te liggen op
het verbruik van dranken binnenshuis. In de fris
drankensector nam het verbruik per hoofd van de
bevolking in 1970 toe van 48 tot 52,6 liter. In de
biersector wordt gesproken over een explosie in
het verbruik. De laatste vijf jaren is het verbruik
van bier met ca. 10% per jaar toegenomen.
Naast een groeiende consumptie dient gewezen te
worden op een gewijzigde produktie- en afzetstruc-
tuur. De afzet van dranken is allang niet meer een
monopolie van de vanouds gevestigde slijters.
Zelfstandige kruideniers en leden van vrijwillige
filiaalbedrijven verkopen reeds lange tijd wijnen.
Supermarkten van zelfstandige filiaalbedrijven en
grote levensmiddelenconcerns gaan er steeds
meer toe over het assortiment dranken uit te brei
den, waarbij in bepaalde gevallen een min of meer
complete slijterij wordt geïntroduceerd. Het ver
vallen van de verticale prijsbinding en de opkomst
van witte dranken werkten stimulerend op de ver
koop maar maakten de concurrentie feller.
Dit had belangrijke consequenties voor de pro
ducenten. Voor de kleine en middelgrote distilleer
derijen die dikwijls nog sterk ambachtelijk zijn in
gesteld werd het steeds moeilijker zich te hand
haven. Men ziet dan ook in deze sectoren steeds
meer samenbundeling van krachten.
Men behoeft maar te denken aan de samen
werking van Heineken met de Coeberg-groep en
sedert kort met Bokma en de samenwerking Gist/-
Zuid Nederlandse Spiritusfabriek.
Grotere concerns kunnen hierdoor hun assorti
ment verbreden, kleinere producenten, die bij de
concentratie getrokken zijn en niet over een pas
send afzetapparaat beschikken behoeven zich
thans over de verkoop minder zorgen te maken.
Die afzet verloopt via de horecabedrijven, in een
groot aantal waarvan brouwerijconcerns van ouds
her belangen bezaten en via de ruim 3800 detail
handelsvestigingen.
160