een complex van factoren te worden veroorzaakt. Vele daarvan zijn niet steeds even gemakkelijk te onderkennen, een aantal komt echter wel meer of minder duidelijk naar voren. De glasgroentesector drijft voor een belangrijk deel op tomaten, komkommers en sla. Bij onze be schouwing over de glasgroentesector wordt de sla ditmaal buiten beschouwing gelaten. Uit de tabellen blijkt, dat de afzet van de Nederlandse handels- produktie van beide groenten voor ongeveer 80 en 70 naar het buitenland plaatsvindt. Het grootste gedeelte van deze uitvoer (tomaten 60 komkommers 80 gaat naar de grootste Westeuropese importmarkt, West-Duitsland. Uit bij gaande cijfers blijkt, dat Nederland op deze markt veruit de grootste leverancier is. Dit wordt nog dui delijker, als men weet, dat een belangrijk deel van de export van derde landen in de maanden decem ber t/m februari valt, wanneer in Nederland nage noeg niets wordt geproduceerd. De Duitse handels- produktie van tomaten en komkommers is verge leken met de geïmporteerde hoeveelheden van een zeer bescheiden omvang, van elk wordt ongeveer 30 miljoen kg voortgebracht. De produktie in Nederland heeft in de zestiger jaren een stormachtige groei doorgemaakt en het zelfde kan uit de tabellen worden geconcludeerd t.a.v. onze uitvoer naar West-Duitsland. In iets mindere mate is dat het geval met de uit voer naar derde landen. Ons aandeel in de Duitse markt nam in deze jaren vooral bij de tomaten nog belangrijk toe. Bij het beschouwen van de ge gevens kan men zich niet aan de indruk onttrekken, dat Nederland zelf een bijzonder grote stempel drukt op de prijsvorming van haar eigen tomaten en komkommerproduktie. De stagnatie van de prij zen in de tweede helft van de jaren '60 moet dan ook voor een belangrijk deel aan de toenemends produktie in Nederland worden geweten. Uit de tabellen blijkt tevens, dat de vrij scherpe opbrengstdaling na 1963 niet tot een inkrimping van de produktie heeft geleid, in tegendeel zelfs. Deze ontwikkeling kan voor een belangrijk deel verklaard worden uit de investeringen, waarmee vooral de zwakkere bedrijven de noodzakelijke in komensverbetering trachtten te bereiken. Op dit mo ment blijkt, dat deze reddingspoging bij vele van deze bedrijven niet tot de gewenste kostprijsver lagingen en inkomensverbeteringen heeft geleid, maar veeleer de financiële positie heeft onder graven. Die financiële positie is bij een aantal van deze bedrijven reeds zodanig, dat een bedrijfsbeëindi- TOMATEN Invoer w.v. naar w.v. uit KOMKOMMERS w.v. naar Invoer W.-Duits- land w.v. uit Handels- W.-Duits Neder Veiling- Handeis- W.-Duits- Neder Veiling- produktie Uitvoer land land prijs produktie Uitvoer land land prijs x milj. kg x milj. kg x milj. kg gld/100 kg x milj. kg x milj. kg x milj. kg gld/100 kg 1960 201,4 162,5 112,8 52 74,79 1960 100,0 62,5 45,24 1961 225,2 185,6 125,8 55 77,97 1981 127,6 85,4 50,02 1962 229,2 188,1 127,6 57 85,14 1962 154,3 106,4 90,7 89 47,40 1963 226,4 188,4 110,6 54 101,80 1963 156,1 98,8 79,0 89 52,94 1964 291,8 228,2 142,8 65 81,12 1964 168,7 113,3 89,2 93 54,90 1965 312,4 262,0 172,8 68 90,03 1965 193,0 140,2 111,0 96 59,00 1966 297,9 242,9 162,7 68 90,98 1966 227,7 156,4 123,5 93 48,47 1967 346,2 279,5 187,1 70 81,95 1987 223,7 152,3 118,2 93 52,44 1968 343,2 281,0 182,2 69 86,81 1968 235,7 160,9 129,3 92 53,42 1969 358,0 291,2 194,6 70 97,29 1969 247,1 167,1 134,5 92 55,53 Bron Prod. v. Gr. en Fr. 97

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 7