De bank ,,Epe" vandaag.
uit onze historie
Op 2 januari 1914 werd het nieuwe bestuurslid
L. Beumer „welkom geheten" (zoals dat altijd en
immer weer pleegt te worden omschreven).
Hij wist waarschijnlijk niet waaraan hij begon
toen hij direct al tot secretaris werd benoemd.
De eerste wereldoorlog wierp schaduwen vooruit
tijdens de bestuursvergadering van 7 augustus
1914 want alle te behandelen aanvragen werden
opgeschort tot de volgende vergadering, ook al
omdat de Centrale Bank voorlopig geen geld meer
zou afzenden.
En in november 1916 steekt de controverse over
het al of niet gecombineerde lidmaatschap Boeren
leenbank/Boerenbond opnieuw de kop op.
Het wonderbaarlijke is als Terugblikker ten
minste goed leest dat de Raad van Toezicht
van beide lichamen en ook van de Aankoopvereni
ging uit precies dezelfde (uiteraard zeer integere)
personen bestond. Dat maakte het oplossen van
het bestaande geschil natuurlijk niet gemakkelijker.
Er wordt dus een buitengewone bestuursverga
dering gehouden waar ook de heer Van den Hurk,
Inspecteur van de Centrale Bank, uitgenodigd is.
Wederzijds „wordt op fouten gewezen" zoals het
zachtzinnig wordt omschreven en worden verwijten
gedaan, wat al iets forser klinkt en of de heer Van
den Hurk er maar iets aan wil doen. Deze houdt
zich echter wijselijk op de vlakte, spaart kool en
geit en zal een en ander bestuderen.
De klok wordt desalniettemin even teruggedraaid
want de „tweehoofdige" Raad van Toezicht krijgt
het gecombineerde lidmaatschap er weer door.
De Centrale Bank was ten aanzien van dit punt
van mening dat ook gelden aan niet-rechtstreekse
agrariërs mochten worden verstrekt „doch dat
overwegend de Boerenleenbank de landbouw zal
voorthelpen" en daarmee kon iedereen de boer op.
Is inmiddels de Boerenbond opgeheven? Men
vraagt zich dat op 6 februari 1917 ongerust of
verblijd af.
Wij sluiten nu maar de boeken van Epe gedacht-
tig aan het rijmpje:
„Kom vrij in dit kantoor en kijk in alle hoeken
Maar handen in de zak en neuzen uit de boeken!"
De boeken die in 1933 mee gingen naar het
bankgebouw aan de Quickbornlaan en daarna naar
de Hoofdstraat en waarin ook de „bijna niet te ver
werken stroom van papiergeld" tijdens de geldsa-
nering van 1945 werd verantwoord en die de ge
lukkig stille getuigen zijn van de geweldige
expansie sedertdien.
Terugblikker
144