Enquête jeugdspaarwet per 31 december 1969 In de enquête Jeugdspaarwet van het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid vinden wij onder meer de vol gende gegevens: Datum Aantal van Landelijk kracht zijnde jeugdspaarovereenkomsten Aangesloten Idem in v. h. banken landelijk totaal 30- 6-'59 236.257 46.254 19,6% 30- 6-'60 317.353 59.801 18,8% 30- 6-'61 378.279 72.996 19,0% 30- 6-'62 453.722 89.046 19,6% 30- 6-'63 534.051 106.233 19,9% 30- 6-'64 599.633 122.369 20,4 30- 6-'65 661.919 138.987 21,0 30- 6-'66 703.604 155.006 22,0 30- 6-'67 678.768 154.387 22,7 30-12-'67 697.554 162.142 23,2 31-12-'68 698.583 169.887 24,3 31-12-'69 703.936 179.740 25,5 Datum Totaal bespaard bedrag Aangesloten Landehjk bgnken 30- 6-'59 36.083 8.795 30- 6-'60 79.776 19.353 30- 3-'61 132.906 30.436 30- 6-'62 193.253 44.827 30- 6-'63 267.673 61.798 30- 6-'64 340.552 78.700 30- 6-'65 405.290 96.945 30- 6-'66 494.290 121.927 30- 6-'67 520.539 130.732 30-12-'67 560.714 141.285 31-12-68 603.805 159.726 31-1 2-69 656.536 181.960 Idem in v. h. landelijk totaal Gemiddeld bedrag per jeugdspaarovereenkomst Landelijk Aangesloten banken 152,70 190,14 251,40 323,62 351,35 422,74 425,95 503,41 501,24 581,72 567,90 643,14 616,72 697,50 702,52 786,60 766,90 846,78 803,83 871,36 864,33 940,19 932,66 1.012,35 24.4 24,3 22,9 23,2 23,1 23,1 23,9 24,7 25.1 25.2 26.5 27,7 Uit deze tabel blijkt dat het marktaandeel van onze aangesloten banken in het aantal jeugdspaarovereenkomsten sinds 30 juni 1960 relatief een stijging vertoont. Hetzelfde geldt voor het aandeel in de besparingen vanaf 30 juni 1964. Het gemiddeld gespaarde bedrag per jeugd spaarovereenkomst ligt bij de Raiffeisenbanken vanaf het begin relatief aanmerkelijk boven het landelijk gemiddelde. De voor de aangesloten banken relatief gunstige cijfers, welke uit deze enquête blijken, beklemtonen in feite de noodzaak de acquisitie voor deze spaarregeling met kracht voort te zetten. Weliswaar omvatten de landelijke cijfers een respectabel aantal van ruim 700.000 jeugdspaarovereenkomsten met een spaargeldkapitaal van ca. 657.000.000,doch dit neemt niet weg, dat grote groepen jongeren de weg naar het zilvervlootsparen nog niet hebben ingeslagen. 134

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 44