financieel overzicht afhankelijkheid weer eens bijzonder duidelijk naar voren. De rentedaling in Amerika, die zoals bekend al enige tijd aan de gang is, zet zich voort. Begin fe bruari werd het officiële disconto opnieuw met verlaagd tot 4% gevolgd door een verlaging van de prime-rate door verscheidene toonaangevende Amerikaanse banken. Deze rentedaling vindt plaats in een tijd waarin het in Amerika, economisch ge zien, minder gunstig gaat. Dit blijkt b.v. uit het te kort op de betalingsbalans dat over 1970 het re cordniveau van 9,82 miljard bereikte. Men pro beert de economie te stimuleren o.a. met behulp van een „goedkoop geld"politiek, om met name het huidige werkloosheidspercentage van 6 terug te dringen. Deze politiek onder meer ondersteund door het sparen voor het publiek aantrekkelijker te maken (de banken mogen een hogere rente ver goeden) heeft belangrijke gevolgen voor het renteniveau in Europa. Europa heeft tal van finan ciële en monetaire banden met de Verenigde Staten. Een rentedaling is in Europa niet overal even welkom. In bepaalde landen, waaronder Nederland, wordt hierdoor een politiek doorkruist, gericht op het beperken van de bestedingen, die nodig geacht wordt om de gespannen economie en de inflatie af te remmen (in dit verband kunnen b.v. do krediet restricties worden genoemd). Het blijft een open vraag, hoe lang de daling zal aanhouden. Vrijwel overal in de Westerse wereld bestaat een grote kapitaalbehoefte bij overheid en bedrijfsleven. We hoeven in dit verband alleen maar te denken aan de investeringen die nodig zijn met betrekking tot een verbetering van de milieu hygiëne. Het ligt voor de hand, dat een lagere rente de vraag naar geld weer zal doen toenemen. Bin nen afzienbare tijd lijkt een kapitaalschaarste het meest waarschijnlijk. Bovendien mag de geldont waarding niet worden vergeten. Nu de inflatie bijna voortdurend toeneemt en kennelijk een blijvend verschijnsel is geworden, lijkt het onwaarschijnlijk, dat we teruggaan naar het rentepeil van b.v. het begin van de jaren '60 (ongeveer 4 Beleggers nemen geen genoegen met een rentevergoeding die nauwelijks opweegt tegen de koopkrachtverminde ring en de over de rente-inkomsten te betalen be lasting. Deze tijd, met name ook door de kredietrestric ties, stelt hoge eisen aan de banken. Het is geen eenvoudige zaak de ontwikkelingen op de voet te volgen. Ook De Nederlandsche Bank heeft momen teel geen gemakkelijke taak. Het rentebeleid in Amerika wordt vastgesteld zonder overleg met de overige Westerse landen. (Een Europese Mone taire Unie, waartoe onlangs de eerste stappen zijn genomen, zou zo'n eenzijdige politiek mogelijk aan banden kunnen leggen). De Bank kan op deze ex terne factoren vrijwel geen invloed uitoefenen. Niettemin staat zij voor de opgave het binnenlands noodzakelijk geachte monetair beleid tot zijn recht te laten komen. Hoewel hieromtrent niets met zeker heid kan worden gezegd, kan o.a. uit de fre quente actieve valutatransacties door de Bank worden afgeleid, dat een ongeveer in evenwicht zijnde geldmarkt momenteel als monetair gunstig wordt gezien. Dat het in „evenwicht" houden van de markt geen sinecure is, bleek medio februari duidelijk. Nadat vooral in de tweede week van februari de markt krap was door hoge belastingafdrachten, verwachtte men algemeen na de 15e, als gevolg van de uitkering aan de gemeenten, een belangrijke verruiming. Deze mening werd krachtig versterkt, doordat grote bedragen in de markt werden aan geboden door een semi-overheidsinstelling. Dit laatste had o.a. tot gevolg, dat de tarieven voor call-fixe (leningen op onderpand van schatkistpa pier) in één dag daalden met ruim een vol procent. Vermoedelijk om de geldmarkt niet al te ruim te laten worden het tegoed van het Rijk gaf daar toe althans ogenschijnlijk geen aanleiding werd met ingang van de 15e februari de afgifte van schatkistpapier als volgt opengesteld: 7-maandspromessen a 51/2 3-jaarsbiljetten a6 5-jaarsbiljetten 6% De belangstelling was opnieuw groot (in januari werd voor 600 miljoen afgenomen). Een uur nadat de afgifte was opengesteld, werd het tarief voor promessen verlaagd tot 5% Met ingang van 17 februari werd de afgifte van promessen geheel gestaakt. Er was toen voor ongeveer 280 miljoen papier gekocht, waaronder naar schatting 155 mil joen promessen. Onder andere door deze min of meer overrom- 124

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 34