FINANCIEEL
OVERZICHT
REMMEN OF STIMULEREN
De economieën van de westerse landen laten
steeds meer vertragingsverschijnselen zien. In de
hedendaagse opvattingen rekent de overheid het
zich tot haar taak remmend maar ook stimulerend
op te treden. Wanneer er een sterke overspanning
van de zijde van de vraag dreigt zal de overheid
haar eigen uitgaven beperken en trachten door be
lastingverhogingen de consumptieve en investe
ringsuitgaven van particulieren en bedrijfsleven af
te remmen. Anti-inflatoire belastingmaatregelen
werden in het recente verleden zowel in Nederland
als in West-Duitsland genomen.
De ideeën van een anti-cyclische, budgettaire en
fiscale politiek, ook wel genoemd ,,the functional
finance" werden reeds in de dertiger jaren toege
past. De theoretische basis hiervoor werd gelegd
door de Engelse econoom Keynes.
In plaats van de economie aan haar lot over te
laten en deze zelf het evenwicht te laten zoeken
werd gestreefd naar een bewust beïnvloeden van
de markteconomie met als voornaamste doel de
volledige werkgelegenheid. Daarnaast werd als eis
gesteld een evenwicht in de betalingsbalans en sta
biliteit van de waarde van het geld. Als er echter
één ding volledig mislukt is, dan is dat de stabili
satie van de koopkracht van het geld. Daarbij komt
dan nog dat de inflatie blijft voortwoekeren ook
in die gevallen waar de groei stagneert. Vooral de
Amerikaanse econoom Friedman heeft gewezen op
de gevolgen van de sterk groeiende geldhoeveel-
heid. Deze bevordert inflatoire prijsverwachtingen
bij de ondernemers. Bij stijgende prijzen en win
sten groeit de investeringsgeneigdheid.
Geldvermeerdering, in de opvattingen van Key
nes een technisch bijverschijnsel, doet in de opvat
tingen van prof. Milton Friedman prijs- en rentestij
gingen ontstaan. Aanhangers van laatstgenoemde,
ook wel de monetairisten genaamd, hebben gedu
rende de laatste paar jaar het beleid van de Ameri
kaanse regering sterk beïnvloed. Overeenkomstig
de opvattingen van de monetairisten werd er naar
gestreefd de uitbreiding van de geldcirculatie met
maximaal vier procent per jaar te laten toenemen.
GEWIJZIGD BELEID AMERIKAANSE PRESIDENT
Aanhoudende stagnatie deed de Amerikaanse
president in de laatste maanden van 1970 besluiten
deze koers van restrictief monetair beleid te laten
varen. Mede hierdoor kwam een tendens tot rente
verlaging op gang. Naast een stimulerende mone
taire politiek van de Federal Reserve, waarbij de
geldhoeveelheid nu met 6 a 9 mag toenemen,
werd het uitgavenbeleid van de Amerikaanse rege
ring herzien.
Het streven naar volledige werkgelegenheid werd
in de Verenigde Staten van na 1947 sterk gepro
pageerd. Voorvechters van full employment waren
vooral de economen rond president Kennedy.
Dit keer staat deze richtlijn voor het eerst in do
State of the Union (vergelijkbaar met onze Troon
rede) en nog wel van een republikeinse president.
Nadat hij lange tijd had vastgehouden aan het
door zijn tegenstanders als puriteinse ethiek be
stempelde streven naar een budgettair evenwicht
accepteerde president Nixon eerst in november
1970 de gedachte van budgettekorten. Het ge
raamde tekort wordt voor het lopende jaar op circa
19 miljard geschat. Voor het budgetjaar 1971/
1972 zou dit 11,5 miljard bedragen. De Ameri
kaanse overheid hoopt dat het bruto nationale pro-
dukt in 1971 tot 1065 miljard zal toenemen, een
streefcijfer waarvan de realiteitszin nogal betwijfeld
wordt.
Vooralsnog kampt men met een werkloosheid
van 6 en desondanks fors stijgende lonen ter
wijl er nog maar weinig positieve tekenen van
herstel zijn.
122