een gesprek met dr. a. j. verhage problemen. Wie aan de toekomstige structuur van de organisatie denkt, denkt onmiddellijk aan de plaats die de lokale banken daarbij innemen. Men zal aan de plaatselijke banken zoveel als mogelijk is moeten overlaten. Rechten scheppen echter ook verplichtingen. Daarnaast zullen goed functioneren de regionale communicatiekanalen noodzakelijk zijn teneinde een juiste inspraak mogelijk te maken. BEDRIJFSGROOTTE FLEXIBEL BENADEREN Wij vroegen de heer Verhage naar zijn opvat tingen over de minimale grootte van een lokale bank. Hij bracht in herinnering de in de organisatie levende opvattingen dat een bezetting van vier per sonen het uiterste minimum is. Hierbij gaat men echter uit van het principe van de interne controle, welke bij een bezetting van vier mensen in beginsel gerealiseerd kan worden. Idealer is een bank met een bezetting van circa 10 man. Dit laatste is echter lang niet altijd te ver wezenlijken, aldus de heer Verhage. De vraag naar de gewenste grootte kan men op verschillende ma nieren benaderen al naar gelang de aard van het publiek en de aard van het werkgebied, dat wil zeg gen de grote stad of het platteland. Het is lang niet zeker aldus de heer Verhage, dat onze banken zul len uitgroeien naar zeer grote eenheden. Wij zullen altijd moeten letten op een persoonlijke behande ling. De bedrijfseconomische leidraad is niet altijd doorslaggevend. Belangrijke structurele ontwikkelingen doen zich voor in de sectoren van de coöperaties. In bepaal de takken is onvoldoende aandacht geschonken aan de vorming van het eigen vermogen als basis voor het aantrekken van vreemd vermogen. Er zijn verschillende alternatieven om te komen tot meer eigen vermogen. In eerste instantie zal men minder moeten uitkeren. Door de heer Van Cam- pen werd onlangs een belangrijke bijdrage ge leverd aan de gedachtenvorming rond dit onder werp, namelijk door de suggestie dat het eigen vermogen vergroot kan worden door de uitgifte van aandelen. Het bezwaar kan echter zijn dat de aandelen in het bezit komen van beleggers, die niet als lid direct bij de desbetreffende coöperatie be trokken zijn en andere belangen hebben. Het vraag stuk van scheiding van beslissingsrechten speelt in deze gesuggereerde oplossing een grote rol. Inmiddels heeft de Nationale Landbouwcoöpe- ratieve Raad een commissie ter bestudering van deze vraagstukken ingesteld. De coöperaties kun nen echter niet op de uitslag van het studiewerk blijven wachten, maar zullen intussen voldoende eigen vermogen moeten opbouwen. Aldus dr. A. J. Verhage in een gesprek dat onze redactie enkele weken geleden met hem heeft ge voerd over een aantal actuele vraagstukken in en rond de organisatie. Het verheugt ons dat ook de redactie van De Boerenleenbank, het Eindhovense orgaan, dit gesprek in extenso zal opnemen in het maartnummer van haar blad. DE TOEKOMST VAN DE COÖPERATIE Aan het slot van het interview wisselden wij met de heer Verhage van gedachten over de taak van het georganiseerde coöperatieve bank wezen in een snel veranderende maatschappij. Wat er ook moge veranderen, voorop staat ons streven het op zo voordelig mogelijke en bovendien passende wijze financieren van onze leden, aldus de heer Verhage. Als bankinstelling zal er echter gezorgd moeten worden voor de vorming en in standhouding van het eigen vermogen. Onze banken zullen er altijd naar blijven streven financieringen te verrichten tegen kostprijs, maar dan moet die kostprijs wel op de juiste wijze be rekend zijn, dus met inachtneming van de nood zakelijke versterking van het eigen vermogen, al dus dr. Verhage. 106

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 16