Het eigen karakter bewaren een gesprek met dr. a. j. verhage DECENTRALISATIE VEREIST GOEDE COÖRDINATIE De gecompliceerdheid van het uitgebreide dienst betoon stelt bijzonder hoge eisen aan de mensen. Zowel de besturen als directies van de plaatse lijke banken kunnen indien nodig terugvallen op deskundigen uit de organisatie. De heer Verhage denkt hierbij voor de nabije toekomst aan een sterkere mate van decentralisatie van de adviesgeving. Bij de Centrale Bank zal aan dit aspect grote zorg besteed worden. Gewerkt zal moeten worden met een zeker aantal kantoren van waaruit deskundigen de regio's kunnen bestrij ken. Vanzelfsprekend vereist decentralisatie een goede coördinatie. Er is thans de gelegenheid om deskundigen van de centrale banken te raadplegen over technische problemen. Een en ander wordt bij decentralisatie vergemakkelijkt door middel van regiokantoren. In deze zin zijn er dan ook weinig manco's in de com municatie. Wel kunnen zich op bestuurlijk gebied communicatieproblemen voordoen. Er wordt nu ern stige aandacht gegeven aan de vraag hoe de com municatie in de komende grote landelijke organi satie moet worden opgebouwd. Wij hopen dat be paalde oplossingen in de najaarsringvergaderingen kunnen worden gesuggereerd en besproken. De Utrechtse en Eindhovense organisaties moeten dan meespreken. Eerst daarna is een definitieve vorm geving, dus een uiteindelijk voorstel voor een ko mende, goed gestructureerde organisatie mogelijk. In deze gedachtengang zou dit voorstel in het voor jaar van 1972 kunnen worden behandeld. OPLEIDING VRAAGT VEEL AANDACHT Naast een versterking van de interne organisatie denkt de heer Verhage aan een verdere uitbouw van het opleidingsapparaat. Bijzondere aandacht zal ook besteed moeten worden aan de carrière-planning. Men zal jonge mensen echter ook weer niet teveel aan de orga nisatie moeten binden, aldus de heer Verhage: Als ze willen gaan, moet je ze niet tegenhouden. Laat jonge mensen tot een zekere leeftijd ook in andere bedrijven rondkijken. Mocht men na elders ervaring opgedaan te hebben in de organisatie willen terug keren, dan moet dat mogelijk zijn. Als mensen, ge zien hun capaciteiten, een bepaalde carrière kun nen maken, dan moet daartoe de mogelijkheid openstaan. Carrière-planning vereist een regel matige beoordeling van de mensen en een door spreken van de beoordeling. Wil men op grote schaal aan carrière-planning doen, dan is een dui delijke organisatiestructuur een eerste vereiste. De coöperatieve banken worden steeds verder geautomatiseerd. Dit betekent dat er aanzien lijke veranderingen optreden in de samenstelling van het bankpersoneel. Het aandeel van de staf functionarissen zal groeien. Hiermee zal men met de nieuwbouwplannen rekening moeten houden. Meer stafpersoneel betekent niet alleen hogere huisvestingskosten maar ook veel meer aandacht voor selectie, opleiding en management-training. De persoonlijke relatie met de cliënt is altijd typerend geweest voor de werkwijze van de coöpe ratieve landbouwkredietbanken. Wil men deze werk wijze ook bij een snel groeiend aantal cliënten voortzetten, dan kan dit alleen wanneer uiterst be kwame mensen dit werk doen. Aan de mensen moeten hoge eisen worden gesteld. Contactuele eigenschappen zijn hierbij minstens zo belangrijk als opleiding. Enerzijds moet men goed met het publiek kunnen omgaan, anderzijds dient men zich ervan bewust te zijn dat men niet alles zelf kan weten en kan terugvallen op specia listen. Aan een juiste methode van adviesgeving zal nog de nodige research besteed moeten worden. RENTEBEWUSTZIJN GROTER Voor wat betreft de verschuiving naar termijn spaargelden merkt de heer Verhage op dat het rentebewustzijn gedurende de laatste jaren sterk is toegenomen. De reclame en het streven naar retailbanking hebben hiertoe bijgedragen. Gezien het grote aantal spaarders dat bij do Boerenleenbanken en Raiffeisenbanken spaart (circa 5,5 miljoen) kan men stellen, dat wij met alle bevolkingscategorieën te maken hebben, aldus do heer Verhage. Deze spaarders hebben echter ge meen, dat zij meer neigen tot het vormen van ver mogen op wat langere termijn. Ook ziet men dat het effectenverkeer toeneemt. Voor de kleinere spaarders zijn faciliteiten gescha pen in de vorm van kleine coupures en participa- 102

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 12