een gesprek met dr. a. j. verhage blemen. In dit opzicht vormt de sierteelt geen uit zondering. Natuurlijk is de heer Verhage sterk in deze sector geïnteresseerd. Een sector waarin men goed bekend is, krijgt vanzelfsprekend wat meer aandacht. Bij zijn werkzaamheden in de sierteeltsector was de heer Verhage sterk betrokken bij de afzet. Wij vroegen hem of hij als voorzitter van de hoofddi rectie van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleen- bank bijzondere aandacht zal gaan schenken aan het onderzoeken van de vraag naar bankdiensten. De heer Verhage antwoordt hierop dat er in het bankwezen in het algemeen twee zaken sterk ver waarloosd zijn, te weten de marketing en de kost prijsberekening. Dit geldt niet alleen voor het georganiseerde coöperatieve bankwezen maar evenzeer voor de andere banken. Men zal enerzijds meer van uit de consument moeten denken en anderzijds een beter inzicht moeten verwerven in de kosten, welke aan bepaalde diensten verbonden zijn. Ook het ma- nagement-probleem vormt bij de banken een be langrijk vraagstuk. Gelukkig gaat het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf deze zaak bestuderen, aldus de heer Verhage, die ver volgens opmerkt dat bij de georganiseerde coöpe ratieve banken reeds een groep deskundigen actief is met het opstellen van een kosten-baten-analyse. In het verleden werd reeds verschillende malen aandacht besteed aan marktonderzoek. Marketing en kostprijsberekening zijn moderne beleidsonder steunende instrumenten, die in de nieuwe Cen trale Bank bijzondere aandacht zullen krijgen. Vooral nu de ontwikkeling sterk gaat in de rich ting van de retailbanking is een verdere uitbouw van de kosten-baten-analyse nodig, zodat we beter weten wat we als bankinstelling doen, aldus dr. Verhage. Computerinformatie maakt dit thans mogelijk. Aan de tendens naar retailbanking is onlosma kelijk verbonden de noodzaak tot het aanbieden van een breed dienstenassortiment. Dr. Verhage vindt dat deze diensten soms door de markt worden op gelegd. Men zal zich als bank echter bewust moe ten zijn van de consequenties. Daarom is er een kosten-baten-analyse nodig. Het is niet langer ver antwoord met een nieuwe dienstverlening te begin nen onder het motto „dan zien we nog wel'. Een voorbeeld hiervan vormen de privé-rekeningen, ten aanzien waarvan de onderlinge concurrentie wellicht een al te grote rol heeft gespeeld, aldus de heer Verhage. Bij de reisbemiddeling bleek de situatie anders te liggen. Deze brengt geen sterke stijging van de kosten voor de banken. NIEUWE FINANCIERINGSVORMEN NODIG Als belangrijkste ontwikkelingen in de landbouw heeft de heer Verhage ervaren een verschuiving van het grond gebonden bedrijf naar het veredelings- bedrijf, de ontwikkeling van het moderne kapitaal intensieve tuinbouwbedrijf en voorts de algemene schaalvergroting. Zo'n nieuwe bedrijfsopzet brengt met zich meo, dat oude zekerheden veelal onvoldoende zijn. In middels zijn reeds nieuwe financieringsvormen ont wikkeld bij de verticale integratie. Andere oplossingen kunnen bij voorbeeld voort vloeien uit het instellen van een grondbank. Voor wat betreft de structurele veranderingen in de landbouw vindt de heer Verhage, dat deze reeds vrij snel gaan. Ook de gedachtenvorming rond het stichten van een grondbank krijgt wat meer gestal te, aldus de heer Verhage. De Commissie Wellen heeft onze oude plannen, weliswaar in een wat an dere vorm, geconcretiseerd. Het belangrijkste is voorlopig dat het project van de grond komt; wie het doet is uiteindelijk wat minder belangrijk. Het financieringsprobleem gaat steeds grotere vormen aannemen. Gezocht zal moeten worden naar nieuwe financieringsvormen. Hierbij zal het vreemde vermogen een belangrijker rol spelen. Een bezwaar is echter dat de rentabiliteit in vele gevallen onvoldoende blijkt te zijn. Het moderne agrarische bedrijf verlangt van de ondernemer dat hij steeds meer „industrieel denkt". Er vindt een voortgaande selectie van ondernemers plaats. De goede ondernemers die thans overblij ven dienen echter de beschikking te hebben over een bedrijf van voldoende grootte. FUNCTIE VAN PLAATSELIJKE BESTUREN Het aantrekken van middelen uit alle bevolkings lagen, het steeds breder worden van het terrein van de kredietverlening en de algemene schaalver groting roepen vragen op ten aanzien van de sa menstelling en werkwijze van de bestuursorganen. De heer Verhage vindt dat de samenstelling van 100

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 10