onze belastingen heden, voor zover dat anders dan ten behoeve van een onderneming de belastingplichtige of personen die behoren tot zijn huishouden ter beschikking staat (art. 42a, tweede lid). Het vierde lid van het artikel bepaalt dat het nieuwe regime eveneens van toepassing is indien een eigen woning behoort tot het vermogen van een onderneming van de belastingplichtige. Als een eigen woning tijdelijk ter beschikking van derden wordt gesteld vindt de nieuwe regeling overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor de huurwaarde als is bedoeld in het eer ste lid in de plaats treedt driekwart van de ter zake van dat ter beschikking stellen verkregen voordelen (zesde lid). Voor een eigen woning welke is ingeschreven in het register van artikel 10 van de Monumentenwet is een bijzondere regeling opgenomen in het vijfde lid, terwijl het zevende lid een bijzondere regeling behelst op grond waarvan kosten van groot onder houd van een eigen woning welke reeds ten minste 5 jaren als hoofdverblijf de belastingplichtige ter beschikking staat en waarvan de waarde in het economische verkeer ten hoogste 40.000,be draagt wel als aftrekbare kosten (kosten van een onderneming) worden aangemerkt doch slechts voor zover die kosten meer bedragen dan 10% van die waarde. Voor de jaren 1971 en 1972 kan de nieuwe rege ling op verzoek van de belastingplichtige buiten toepassing blijven indien ter zake van de verkrij ging van de eigen woning verplichtingen zijn aan gegaan tussen 31 augustus 1967 en 1 september 1970. Aanslaggrens; laagste inkomens; verlenging tabe De zgn. aanslaggrens de grens waar beneden loontrekkenden in het algemeen niet in de inkom stenbelasting worden betrokken en welke thans 15.000,bedraagt wordt met ingang van 1971 verhoogd tot 18.000, Om te bereiken dat zeer lage inkomens niet in de belastingheffing worden betrokken wordt aan de voet tot een zeker bedrag de belasting niet ge heven. Dit bedrag dat thans 60,bedraagt, wordt verhoogd tot 100, De Minister krijgt de bevoegdheid de belasting verschuldigd door personen vallende onder tarief groep III met een belastbaar inkomen van 60.000,of meer in een aanvullende tabel uit te werken. Teruggaaf van voorheffingen In de regeling van de teruggaaf van voorhef fingen zijn de volgende wijzigingen aangebracht: De eis dat een verzoek moet worden gedaan, vervalt. Voldoende is voortaan dat er een aangifte is gedaan. De aangifte moet voor alle teruggaafvormen wor den gedaan binnen een termijn, welke langer zal zijn dan de tegenwoordige termijn van 6 maanden voor de aanslag op verzoek doch ook weer niet zo lang dat de controle en de administratieve ver werking op grote bezwaren gaat stuiten. De staats secretaris stelt zich voor deze termijn te bepalen op één jaar na afloop van het kalenderjaar. Alle beslissingen inzake teruggaaf van voorhef fingen worden gegoten in de vorm van een aan slag. Het voorgaande is gerealiseerd door het beginsel „geen aanslag" van artikel 64 van de Wet I.B. 1964 terzijde te stellen voor belastingplichtigen die bin nen het Rijk wonen en aangifte hebben gedaan, onverschillig of en in welke mate de voorheffingen de verschuldigde inkomstenbelasting te boven gaan. Voor de onbelaste posten wordt dan ingevolge het tweede lid van het nieuwe artikel 63a de aanslag vastgesteld op nihil, en worden alle voorheffingen verrekend indien zij to zamen meer bedragen dan f 10,—. In de belaste posten wordt onderscheiden tus sen de oude aanslag op verzoek en de teruggaaf van alleen dividendbelasting c.q. kansspelbelasting. Voor de eerstbedoelde gevallen wordt ingevolge het nieuwe vierde lid van artikel 65 de aanslag vastgesteld op het door de tabel aangewezen be drag onder verrekening van de voorheffingen. Te ruggaaf blijft slechts dan achterwege indien de voorheffingen niet ten minste 5 of 25,hoger zijn dan de verschuldigde inkomstenbelasting. Wordt deze grens niet gehaald dan wordt de aan slag vastgesteld op nihil en blijft verrekening van de ingehouden loonbelasting achterwege. Alsdan vindt alleen verrekening plaats van dividend- c.q. kansspelbelasting. Teruggaaf daarvan blijft achter wege indien niet de grens van f 10,wordt ge haald De nieuwe regeling brengt geen wijziging in de gevallen waarin teruggaaf mogelijk is en evenmin 85

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 43