in dezelfde hetzij in meer dan één dienstbetrekking
dan wel (mede) bij het verrichten van arbeid anders
dan in dienstbetrekking, arbeid vericht op meer dan
één plaats, en die ten minste éénmaal per week
naar een van die plaatsen pleegt te reizen, worden
de aftrekbare kosten van het reizen naar de meest
bereisde plaats berekend volgens het forfait. De
extrareiskosten ter zake van het reizen naar de
andere plaats zijn aan de regels die in het alge
meen voor aftrekbare kosten gelden, onderworpen
en gaan evenals reiskosten in het werk eventueel
op in het algemene arbeidskostenforfait (4 %-rege-
ling).
Het reiskostenforfait is imperatief van toepas
sing indien de belastingplichtige op ten minste één
dag per week pleegt te reizen. Dit houdt in dat
voor incidentele gevallen naast het algemene ar
beidskostenforfait geen afzonderlijke aftrek is toe
gestaan. Vervoer vanwege een ander wordt niet tot
de inkomsten uit arbeid gerekend waartegenover
uiteraard ook geen aftrek verleend wordt. Een ver
goeding ter zake van het reizen wordt geacht te
strekken tot bestrijding van noodzakelijke kosten
voor zover zij 150 percent van het forfaitaire be
drag niet overtreft.
Autokostenfictie
Het percentage van de autokostenfictie dat nu
10 bedraagt, is per 1 januari 1971 gesteld op
15. De thans bestaande verlaging van het per
centage voor auto's welke zijn verkregen of ter
beschikking zijn gekomen drie jaren na het tijdstip
van eerste ingebruikneming, komt te vervallen. In
de wet is uitdrukkelijk opgenomen dat onder cata
logusprijs wordt verstaan de prijs inclusief omzet
belasting.
In tegenstelling tot de huidige regeling zal de
autokostenfictie niet meer gelden voor degene die
bij het verrichten van arbeid al dan niet in dienst
betrekking doch anders dan in het kader van een
onderneming, gebruik maakt van zijn eigen auto.
Voor de werknemer die zijn eigen auto gebruikt zal
de fictie derhalve niet meer van toepassing zijn,
hetgeen betekent dat de werkelijke privékosten uit
de totale autokosten geëlimineerd moeten worden.
Voor de reizen van huis naar werk geldt het reis
kostenforfait. Voor de gevallen waarin een werk
nemer gebruik maakt van een door de werkgever
ter beschikking gestelde auto komt men aldus
het verslag van het mondelinge overleg tot een
vrij eenvoudige oplossing indien ervan wordt uitge
gaan dat de werknemer dan voor de toepassing
van het reiskostenforfait wordt vervoerd van
wege de werkgever. Dan heeft hij nl. voor het huis-
werkverkeer geen reiskosten (dus geen aftrek).
Neemt men voorts aan dat voor de toepassing van
de autokostenfictie het reizen huis-werk zakelijk is
(artikel 42, zesde lid, nieuw) dan blijft voor het zui
vere privégebruik (weekeinden, vakanties e.d.) de
autokostenfictie in stand; de waarde van dit privé
gebruik wordt gesteld op ten minste 15% van de
catalogusprijs van de auto, verminderd met het be
drag dat de werknemer ter zake van dat privé
gebruik aan zijn werkgever betaalt.
Eigen woning
Met ingang van het jaar 1971 is (behoudens
de hierna te noemen overgangsregeling) met be
trekking tot een eigen woning waarvan zowel de
voordelen als de kosten, lasten en afschrijvingen
bestanddelen vormen van het onzuiver inkomen
van de belastingplichtige, de huurwaarde gesteld
op een forfaitair bedrag, welk bedrag moet worden
gezien als een netto-huurwaarde, d.w.z. de bruto-
huurwaarde verminderd met kosten, lasten en af
schrijvingen. De forfaitaire bedragen zijn afhanke
lijk van de waarde in het economische verkeer van
de woning (in bewoonde staat) en zijn opgenomen
in de in het eerste lid van het nieuw toegevoegde
artikel 42a opgenomen tabel, welke als volgt luidt:
meer dan
15.000,—
f 30.000,—
f 60.000,—
120.000,—
240.000,—
doch niet meer dan
15.000,—
f 30.000,—
60.000,—
120.000,
f 240.000,—
huurwaarde
150,—
300,—
600,—
f 1200,—
2400,—
De kosten, lasten en afschrijvingen worden niet
meer in aanmerking genomen met uitzondering van
renten van schulden, kosten van geldleningen en
canons en andere periodieke betalingen ingevolge
de rechten van erfpacht, opstal of beklemming. In
het derde lid is bepaald dat in de laatstbedoelde
gevallen de waarde in het economische verkeer van
de woning wordt bepaald zonder rekening te hou
den met de periodieke schuldplichtigheid.
Onder een eigen woning wordt verstaan een ge
bouw of een gedeelte daarvan, met de aanhorig-
fn