snel opeenvolgende discontoverlagingen in ver schillende landen. Deze ontwikkeling geeft aanlei ding te veronderstellen dat in 1971 wellicht minder hoge rentestanden zullen voorkomen. De inflatie die de laatste jaren al te grote vor men heeft aangenomen zal ook dit jaar in de mees te industrielanden vermoedelijk voortwoekeren. In dat geval zal de anti-inflatiepolitiek, zij het wellicht minder stringent gevoerd, een rem betekenen op een werkelijk structurele rentedaling. Het blijft daarom in de huidige omstandigheden een twijfel achtige zaak of de ingezette internationale rente daling van grote omvang zal zijn. nemingen kunnen aantasten. Wel moet worden op gemerkt dat bij het huidige koersniveau een groot deel van de ongunstige factoren in de koersen is verdisconteerd. Strenge selectie van de aandelen naar bedrijfs tak, en binnen de bedrijfstak naar onderneming, alsmede een juiste timing met betrekking tot de aan- en verkopen kunnen het koersrisico, inherent aan belegging in aandelen verminderen. Vervolg van pagina 69 AANDELENMARKT Voor de aandelenbelegger was 1970 een jaar dat in menig opzicht teleurstellend moet worden ge noemd. Op de New Yorkse beurs na, die per saldo een kleine stijging van het koersgemiddelde be haalde, sloten alle andere belangrijke aandelen markten het jaar af met veelal niet onaanzienlijke koersverliezen t.o.v. eind 1969. Het algemeen koers- indexcijfer van de Amsterdamse beurs bewoog zich ultimo 1970 op ongeveer 100, dat wil zeggen 16% lager dan aan het begin van 1970. Geduren de de eerste maanden van dat jaar trokken de koersen wat geleidelijk aan, waarna in de maan den april en mei onder invloed van de zware koers val in Wall Street, waar het Dow Jones-gemiddelde het diepste punt sinds 6 jaar bereikte, een flinke da ling optrad. In het midden van het jaar was er, eveneens in navolging van de New Yorkse beurs, sprake van een krachtig herstel waarbij de ont stane verliezen voor een groot deel weer werden goedgemaakt. De f 400,affaire in het najaar, de afgekondig de maatregelen van de regering ter afkoeling van de economie die oververhit dreigde te raken en de ongunstige interimberichten van onze internatio nals, gaven opnieuw een aanzet tot een negatief koersverloop hetgeen resulteerde in het bereiken van een nieuw dieptepunt in de laatste weken van het jaar. Voor dit jaar zal de economische ontwikkeling in het algemeen, en in het bijzonder de vooruitzich ten voor de winstontwikkeling bij het bedrijfsleven bepalend zijn voor de verdere koersontwikkeling. Afzwakking van de economische expansie, voort gaande kostenstijgingen, en een toenemende be lastingdruk zullen de winstmarges van vele onder- De leningen namen met f 911 miljoen toe tegen f 717 mil joen in 1969. De debetsaldi in rekening-courant vertoonden een groei van 39 miljoen. In 1969 nam deze rubriek met f 47 miljoen toe. Ook de toeneming van de post effec ten bleef met 17 miljoen belangrijk achter bij de stijging van f 55 miljoen in 1969. Tot slot volgt een overzicht van de mutaties in toever trouwde middelen en uitzettingen, uitg van de stand per 1 januari. leningen debetsaldi in rekening-courant effecten totaal spaarresultaat (excl. rente) plattelandsbanken semi-stedelijke banken stedelijke banken totaal spaarresultaat termijndeposito's tegoed op privé-rekeningen rekening-courant zakelijk totaal tegoed op 1 januari: Raiffeisenorganisatie Boerenieenbankorganisatie Rijkspostspaarbank Algemene spaarbanken Handelsbanken en overige Totaal kt in procenten 1970 1969 19,8 18,5 4,3 5,8 4,5 17,6 16,5 16,4 1970 1969 7,1 9,2 9,1 10,2 10,1 11,3 8,3 9,9 61,8 68,8 47,3 82,2 12,4 13,1 10,7 12,3 van het spaar- 1970 1969 8,0 9.7 7,4 10,3 7,7 9,9 2,4 2,5 4,3 6,4 11,6 10,2 6,6 7,7 73

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 31