financieel overzicht Uit het voorgaande overzicht blijkt, dat naast de tariefswijzigingen de looptijd van de promes sen werd veranderd van 9 in 8 maanden. In het al gemeen worden de promessen maximumlooptijd één jaar beschikbaar gesteld met een zodanige looptijd, dat de vervaldatum ongeveer ligt in de pe riode, wanneer de vennootschapsbelasting moet worden betaald (globaal tweede helft september tot begin november). De gememoreerde grote mutaties vonden plaats in een onzekere markt. Men voelde zich niet alleen onzeker, doordat de gegevens omtrent dergelijke grote, tegengestelde geldbewegingen in de regel vertraagd ter beschikking komen, waardoor het in zicht bemoeilijkt wordt, maar vooral onder invloed van een voortgaande daling van het internationale renteniveau. Bovendien werd onder invloed van tal van discontoverlagingen in het buitenland in de markt het gevoel steeds sterker, dat nu ook De Nederlandsche Bank haar tarieven zou moeten ver lagen, daartoe genoodzaakt door de ontwikkeling in het buitenland. Dit was voor een aantal markt prijzen aanleiding te trachten zo snel mogelijk geld weg te werken. Uiteraard daalden door aanbod van geld de tarieven, voor de kortere termijnen zelfs ruim één procent; voor de langere termijnen kwam de daling neer op '/2 a Aanvankelijk werd algemeen aangenomen, dat de geldmarkt door do uitkering van h t Rijk aan de gemeenten medio januari ruim zou worden en daarna zou verkrappen door terugbetalingen van valutatermijntransacties f 300 miljoen) aan De Nederlandsche Bank en een vermeerdering van de bankbiljettencirculatie. De verruiming kwam enkele dagen later, onder andere doordat de maandelijks te betalen olie- en benzineaccijns, die tot nu toe op de achttiende van de maand moest worden voldaan, met ingang van 1971 per de vijftiende plaatsvindt. Inmiddels trad De Nederlandse Bank opnieuw als koper van dollars op voornamelijk op drie maands termijn en vloeide uit dien hoofde tot nu toe ruim 400 miljoen de markt toe. Mede hierdoor ziet het er naar uit, dat ultimo ja nuari voor de markt geen moeilijkheden zal opleve ren Begin februari kunnen de belastingbetalingen vooral de te betalen loon- en omzetbelasting wordt hoog verwacht vermoedelijk grotendeels door terugkerend bankpapier worden opgevangen. OBLIGATIEMARKT Terugblikkend op het achter ons liggende jaar kunnen wij constateren dat de rentetarieven op nieuw recordhoogten hebben bereikt en dat een daarna te verwachten verlaging van de rentestand tijdens het tweede halfjaar niet is uitgebleven. Ge durende de eerste maanden van 1970 viel nog een duidelijke stijging van de rente te constateren, die in het midden van het jaar haar hoogtepunt vond, waarna de markt in de tweede helft van het jaar en met name in de laatste weken van 1970 de in ternationale rentedaling volgde. Tot deze ontspan ning op de kapitaalmarkt heeft bovendien de door gaans ruime belangstelling van de buitenlandse beleggers, voornamelijk van Zwitserse en Duitse zijde, voor guldensleningen bijgedragen. In totaal werd voor ruim 3,2 miljard aan nieuwe obligatie leningen geplaatst tegen ruim f 2,5 miljard in 1969, en bovendien bijna 300 miljoen aan pandbrieven tegen ruim f 180 miljoen in 1969. Het merendeel werd gevormd door leningen ten laste van de Staat en de lagere overheid welke met obligaties uitkwamen met hoofdzakelijk middel lange looptijden. Vooral de internationale renteda ling onder invloed van een minder stringent ge voerd monetair beleid in de Verenigde Staten, kwam de markt ten goede, waardoor de 71/2 staats- en B.N.G.-leningen in december de pari- koers weer benaderden, hoewel de emissieactivi teit zich op een hoog peil handhaafde. De toegenomen binnenlandse belangstelling voor obligaties als gevolg van de toch wel teleurstel lende koersontwikkeling op de aandelenmarkt en de buitenlandse obligatie-aankopen gaven de han del een levendig karakter. Door de kapitaalimport is de opnamecapaciteit van onze obligatiemarkt weliswaar aanzienlijk versterkt, doch in deze ont wikkeling schuilt echter wel het gevaar van het plotseling kunnen optreden van een kapitaalbewe ging in tegengestelde richting indien het vertrou wen in de positie van de gulden zou verminderen. Richtte de belangstelling van het buitenland zich vooral op de hoogrentende leningen, van binnen landse particuliere zijde was relatief veel vraag naar laagrentende stukken die flink onder pari no teren, en die uit fiscaal oogpunt aantrekkelijk zijn voor hen die geen behoefte hebben aan een ver dere verhoging van het belastbare inkomen. De langzame maar vrij gestadige stijging van de obli- gatiekoersen kreeg in januari extra impulsen door 72

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 30