CONJUNCTURELE ONTWIKKELING MINDER UITEENLOPEND Terwijl het jaar 1970 uiteenlopende conjuncturele ontwikkelingen te zien gafzullen de uitersten in het jaar 1971 dichter bij elkaar komen, aldus Economie Outlook, een O.E.C.D.-rapport, dat enige tijd geleden verscheen. Liet de produktie in de Verenigde Staten nauwelijks enige expansie zien, de meeste Europese landen, alsmede Japan werden in 1970 gekweld door een sterke oververhit ting van de conjunctuur, gepaard gaande met sterke loonstijgingen. Voor de E.E.G. als geheel werd de stijging van de loonsom geraamd op 14 De loonsom is daarmee sterker toegenomen dan in welk jaar ook sedert de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap in 1957. Tegenover een sterke loonsverhoging stond overigens in een aantal landen w.o. West-Duitsland, een duidelijke vertraging van de produktiviteitstoename. FINANCIER OVERZICHT GERINGERE INVESTERINGSNEIGING Inmiddels wordt voor de Verenigde Staten gedu rende het lopende jaar een toename van het bruto nationale produkt verwacht van ca. 3 terwijl in West-Europa de groei terug zal lopen van 5 (in 1970) naar 4%. Dit verlangzamen zou met name tot uiting komen in geringere investeringen. Mone tair restrictieve politiek en verminderde winstmar ges, maar ook een zekere verflauwing van de con sumptieve vraag zouden de ondernemers doen aarzelen bij het doen van investeringen. VOORTGAANDE INFLATIE Wie echter mocht denken dat verminderde investeringsgeneigdheid en vertraagde groei van de consumptie in 1971 zouden kunnen leiden tot sterke vermindering van de inflatie, zal bedrogen uitkomen. De ervaring heeft geleerd dat bij een aarzelende vraag de bestedingsinflatie, dat wil zeg gen de opwaartse druk op de prijzen veroorzaakt door een te sterke vraag, weg valt, maar dat de kosteninflatie onder meer veroorzaakt door over matige loonstijgingen, voorlopig niet tot stilstand zal komen. Vertraagde groei gecombineerd met voortwoeke rende inflatie werden tot nu toe gesignaleerd in landen als Engeland en de Verenigde Staten van Noord-Amerika, maar vormen evenzeer een bedrei ging voor een land als West-Duitsland. Het eerder vermelde rapport verwacht gedurende 1971 een betrekkelijke stilstand in de Westduitse conjunc tuur, terwijl de prijsstijgingen onverminderd zullen voortgaan. De prijzen van de binnenlandse con sumptie stegen in 1970 reeds met 6,6%. Men vraagt zich ook in West-Duitsland af of er thans sprake is van een dreigende omslag van de con junctuur of van een normalisatie van het niveau van economische activiteit. Reeds sedert het voorjaar van 1970 werden be paalde delen van de Westduitse industrie gecon fronteerd met een verminderde orderportefeuille. Deze gang van zaken was grotendeels te wijten aan een wat minder sterke binnenlandse vraag. Voorts bleek het investeringsvolume van 1970 beneden dat van 1969 te liggen, hetgeen tekenend is voor een geringer vertrouwen van de onder nemers in de toekomst. De ondernemers zullen bij hun investeringen zon der twijfel meer selectief te werk moeten gaan en daarbij moeten ervaren, dat dank zij de sterk ge stegen kosten van de investeringsgoederen veel grotere bedragen vereist zijn. Dit zijn minder optimistische geluiden voor wat betreft de impulsen die van de ondernemers zul- 70

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 28