Naast de officiële geschiedenis met de goud op
snee gedenkboeken, kent onze organisatie ook nog
een andere, die bestaat uit de mondeling over
gebrachte legenden en sterke verhalen uit vroeger
laren.
Ze zijn nooit op schrift gesteld en, het moet ge
zegd, ook niet altijd ,,fit to print" geschikt voor
publikatie. Ik hoor ze bijzonder graag, kan er nooit
genoeg van krijgen en zou er best een aantal wil
len verzamelen voor later. Het zijn ijzersterke anec-
dotes van mannen en toestanden uit de goeie, ouwe
tijd, die vooral loskomen als men ergens gezellig
bijeen zit.
Zoals onderstaand verhaal, voor de juistheid waar
van ik natuurlijk niet insta, of zoals het vaak in een
boek staat: elke overeenkomst met bestaande per
sonen of toestanden berust op toeval.
Een warme zomerdag. Een inspecteur betrad de
plaatselijke bank en trof binnen tot zijn afgrijzen
niemand aan. Alle ramen stonden open en ook de
kluisdeur stond uitnodigend op een kier. Onge
hoord!
beurde niets. Geen hollende veldwachter, geen
nieuwsgierigen, niets en niemandI
Alleen hoorde hij, dat achter uit de tuin iemand
mopperend naar voren kwam gesloft.
Toen gebeurden er voor de ogen van de inspecteur
twee dingen tegelijk. Twee deuren werden nogal
ruw opengetrapt. In de achterdeur stond de kas
sier wat uilig naar de inspecteur te knipogen, die
op zijn beurt weer verdwaasd naar de voordeur
staarde. Daar stond met een stralende glimlach de
kastelein van het aangrenzende café. In zijn handen
voor de welgedane buik een blad met vier glazen
bier, het prompte antwoord op de per alarmschei
gedane bestelling
Cas Sier
Van achter het huis klonk gelach en voorzichtig
spieden bracht aan het licht, dat achter in de tuin
de kassier met zijn assistenten zat te kaarten. In
zijn hemdsmouwen nota bene!
Een schandaal. Hij zou ze wel eens laten schrik
ken. Venijnig schopte hij tegen de alarmknop. Bui
ten rinkelde de alarmbel schril over het plein en
zakte toen weg. De inspecteur wachtte gespannen,
maar op het van hitte zinderende dorpsplein ge-
57