dD
CU
verdiensten moet durven te beoordelen. Maar an
derzijds zullen personen niet de dupe mogen wor
den van zakelijke wijzigingen. De ene grotere or
ganisatie waar wij naar toe groeien schept daartoe
ook meer mogelijkheden voor oplossingen.
PLAATSELIJKE BANK EN CENTRALE BANK
In de kolommen van ons blad is al vaak de ver
houding tussen aangesloten banken en Centrale
Bank ter sprake gekomen. Een onderwerp, waar
over het laatste woord echter niet is gezegd en
voorlopig ook wel niet gezegd zal worden.
Immers hier raakt men een zeer complexe ma
terie, waarin organisatorische en banktechnische
aspecten op een historisch gegroeide wijze ver
weven zijn. Een verwevenheid, die echter beslist
niet enkel een puur theoretische zaak is, maar die
zowel bij de plaatselijke banken als bij de Centrale
Bank zeer concrete persoonlijke kanten heeft. Het
zijn immers de mensen, die in deze verhouding
moeten samenwerken, en het ligt dan ook voor de
hand dat, wanneer die mensen daarover gaan na
denken, vooral met het oog op de toekomst, dan
meningen los komen, die om een duidelijk ant
woord vragen, hetzij instemmend, hetzij afwijzend.
Wij doelen hiermede op het rapport, dat een
daartoe door de Ring Overijssel ingestelde com
missie aan deze Ring heeft uitgebracht over de
communicatie tussen plaatselijke banken en Cen
trale Bank. Dit rapport is door de Ring Overijssel
aanvaard en aan het bestuur van de Centrale Bank
toegezonden, terwijl het ook aan de besturen van
andere ringen ter kennis is gebracht.
Men zal begrijpen, dat het thans niet onze be
doeling is om ons pro of contra de inhoud van het
rapport uit te spreken. Voor de beoordeling door
de betrokkenen zal serieuze bestudering en intern
beraad nodig zijn. We kunnen ons voorstellen dat
daarbij nog andere nuances dan in het rapport ge
noemd, naar voren zullen komen.
Wel mag hier gezegd worden, dat het rapport
echte zoden voor de dijk van de discussie aan
draagt. Zonder ooit in negatieve, afbrekende kri
tiek te vervallen, noemt het een aantal zaken, die
ieder voor zich de kern van de communicatie bin
nen onze organisatie raken. Een van de zaken
waarop uitvoerig wordt ingegaan, is de Centrale
Ringvergadering, die men terecht ziet als een
wezenlijk bestanddeel van de organisatie en die
men juist daarom beter wil doen functio
neren. Het rapport onderscheidt twee terreinen van
communicatie, die ten aanzien van technische za
ken en die ten aanzien van beleidszaken. Voor de
verbetering van de laatste denkt men vooral aan
een andere werkwijze van de Centrale Ring.
Het rapport sluit met de opmerking, die wij gaar
ne volledig onderschrijven, namelijk dat een ge
zonde en bevredigende samenwerking tussen alle
onderdelen van de Raiffeisenorganisatie een grond
pijler is, waarop het voortbestaan van onze organi
satie rust. Overigens werd het rapport voltooid,
vóórdat het streven naar een zo volledig mogelijk
samengaan van de twee centrale landbouwkrediet-
banken bekend was geworden. Het is duidelijk, dat
deze nieuwe ontwikkeling bij de beschouwingen
over het rapport een belangrijk element zal vormen.
BEURSVESTIGING
Gedurende de laatste jaren zijn onze banken in
toenemende mate ingeschakeld bij de effecten
bemiddeling, welke ontwikkeling als logische con
sequentie voortvloeit uit de plaats welke onze or
ganisatie thans bij het publiek inneemt. De belang
rijke groei in de omvang van ons effectenbedrijf
ging gepaard met een toenemend verlangen naar
het beschikken over een eigen vestiging aan de
beurs in Amsterdam.
Gehoor gevend aan deze wens is de Centrale
Bank er kort geleden in geslaagd een vestiging
aan de beurs te verwerven.
Deze voor onze organisatie geheel nieuwe si
tuatie stelt ons onder meer in staat het groeiende
volume van het aantal beurstransacties op een
meer adequate wijze op te vangen. Hoewel onze
vestiging te Amsterdam geen verandering brengt
in de procedure, zoals deze tot dusverre tussen
lokale banken en de Centrale Bank gebruikelijk
was, betekent het wel dat de C.B. nauwer bij het
beursgebeuren zal zijn betrokken. Hierdoor kan
aan de aangesloten banken een snellere informatie
gegeven worden.
De opzet van een eigen beursvestiging vereist
zonder twijfel belangrijke investeringen, welke
tegen de achtergrond van ons groeiend aandeel in
het beursverkeer hun rechtvaardiging zullen vin
den.
7