BOERENLEENBANKEN IN 1970 lokale kring, uitgedrukt in de beschikbare middelen, met 10% toenamen. Toenemende bcdrijfsdrukte deed zich niet alleen voor bij de krdietverlening, in het binnen- en buitenlandse betalingsverkeer, maar ook in het effectenbedrijf en bij geheel nieuwe vormen van dienstverlening zoals de reisbemiddeling. Het automatiseringsproces werd voortgezet. Inmiddels zijn de boekhoudingen van 164 aangesloten banken geheel geautomatiseerd. Het totaal aantal verwerkte boekingsposten verdubbelde in 1970 tot 45 miljoen. In 1971 zullen naar verwacht 88 plaatselijke banken geautomatiseerd worden. Belangrijke organisatorische besluiten Het jaar 1970 is ook op organisatorisch terrein zeer belangrijk geweest. In een gemeenschappelijk persbericht van de beide centrale banken, dat in de tweede helft van september verscheen, werd mel ding gemaakt van het streven naar een zo volledig mogelijk samengaan. Later, op 27 november 1970, werd dit streven naar samengaan door de Centrale Ring respectieve lijk Centrale Kringvergaderingen met instemming begroet. Het spreekt vanzelf dat het besluit tot zo vol ledig mogelijk samengaan het startpunt vormde voor een uitgebreid overleg tussen functionarissen van beide organisaties. Zo gaf de voorbereidingscommissie aanwijzingen voor het instellen van een aantal werk- en contactgroepen, welke zich onder meer zullen bezighouden met de harmonisatie van werkzaam heden. Een belangrijk moment was voorts de ondertekening van de oprichtingsakte van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank welke een centrale plaats gaat innemen in het eenwordingsproces, dat in het jaar 1971 verder zal worden voortgezet. De verstrekkingen van nieuwe voorschotten in 1970 bereikten ook bij de boerenleenbanken ruim schoots het hoge niveau van de beide voorgaande jaren. Dit was mede het gevolg van de grote vraag naar woningbouwleningen. De totale voorschotverstrekkingen van de aangesloten banken in 1970 zullen in de buurt van de 1.200 miljoen liggen, te vergelijken met 1.085 miljoen in 1969 en 970 miljoen in 1968. De uitstaande kredieten in rekening-courant bewogen zich gedurende 1970 op een ongekend hoog niveau. In vergelijking met 1969 zijn de spaarresultaten bij de boerenleenbanken in 1970 aan de magere kant geweest. De totale aanwas van spaartegoeden inclusief rentebijschrijving kwam op ongeveer 650 miljoen uit, wat nagenoeg even veel is als in 1969. Een soortgelijke ontwikkeling wordt verwacht voor de andere middelen. Van de binnengekomen middelen hebben de boerenleenbanken 80 procent weer zelf uitgezet, te ver gelijken met 70 procent in de eerste elf maanden van 1969. (Uit het jaaroverzicht in het januarinummer van De Boerenleenbank) 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 7