nemen geuit de rijksuitgaven met ca 140,miljoen te beperken, anderzijds werd besloten een aantal belastingen tijdelijk met 3 te verhogen, terwijl een loonpauze in het vooruitzicht werd gesteld. Spannend jaar voor het bankwezen Ook voor het bankwezen was 1970 een bewogen jaar. Toenemende investeringen resulteerden in een sterke kredietvraag en in geleidelijk toenemende overschrijdingen van de door de Nederlandsche Bank ge stelde expansienormen. Het bedrag aan renteloze deposito's bereikte in de maanden augustus en septem ber de hoogste stand met f 301 miljoen. Per half november werd het deposito, toen nog 153 miljoen groot, opgeheven. Het beeld op de geld- en kapitaalmarkt werd niet alleen door binnenlandse maar vooral ook door in ternationale ontwikkelingen beïnvloed. Een steeds duidelijker wordende stagnatie in de Amerikaanse eco nomie, gepaard gaande met een sterk dalende kredietvraag en een ombuiging van het monetair restric tieve beleid, droeg in aanzienlijke mate bij tot de sterke ontspanning op de internationale geldmarkten. In een aantal landen vonden discontoverlagingen plaats. Nederland maakte hierop een uitzondering. De ontspanning op de kapitaalmarkt was duidelijk geringer. In Nederland verminderde de opwaartse druk op de kapitaalmarktrente en maakte in de loop van het jaar plaats voor een lichte ontspanning. Het gemiddelde rendement op negen 3% en 31/2 aflosbare staatsleningen, dat tussen december 1969 en mei 1970 was opgelopen van 7,5% naar 8,9%, liep terug tot 7,48% in november jongstleden. Toekomst onzeker Het toekomstbeeld was aan het eind van het jaar bijzonder wazig. Enerzijds diende rekening te wor den gehouden met de mogelijkheid van vertraagde groei. Anderzijds waren er aan het eind van 1970 nog weinig overtuigende tekenen van ontspanning te bespeuren. Het beleid van de overheid was dan ook ge richt op het bestrijden van de overbcsteding en het terugdringen van de prijs- en loonspiraal. Nadat het reëel besteedbare inkomen per werknemer gedurende 1970 een forse verbetering onderging (geschat op 6%) volgde een loonmaatregel welke beoogde de reële loonstijging tot 2,2% terug te dringen. Ook de Nederlandsche Bank zette haar restrictieve beleid voor het jaar 1971 voort. Overigens met de af spraak de situatie reeds na twee maanden opnieuw te bezien. Zwaar beroep op ons bankbedrijf De groei van ons bankbedrijf heeft zich in het achter ons liggende jaar voortgezet. De beschikbare middelen werden in sterke mate aangewend voor de uitzettingen in de plaatselijke kring. De aanwas van de spaargelden welke aanvankelijk wat achterbleef, gaf na de zomer een dusdanig herstel te zien dat het hoge niveau van 1969 vrijwel bereikt kon worden. Het aandeel van de termijngelden binnen het geheel werd verder vergroot. Alhoewel het totale bedrag aan spaargelden, privérekeningen en zakelijke rekening-courantsaldi een sterke groei vertoonde, namen de uitzettingen in nog sterkere mate toe, waardoor de uitzettingen in de 4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 6