Yh u yJH> De gehuwde, werkende vrouw blijft een dankbaar object voor de fiscus. geldt, zijn uitgebreid met uitkeringen ingevolge de Werkloosheidswet. Met betrekking tot de vrouw die meewerkt in de onderneming van haar man geldt met ingang van 1971 de volgende regeling. Indien zij in belangrijke mate arbeid verricht, wordt als van haar zijde op gekomen arbeidsinkomsten beschouwd: 35 van de winst uit de onderneming doch ten minste 3.000, indien gedurende het kalenderjaar haar voor werkzaamheden beschikbare tijd geheel of nagenoeg geheel, dan wel voor ten minste 2000 uren in beslag is genomen door die arbeid; 221/2 van de winst, doch ten minste 3.000 indien de tijd grotendeels dan wel voor ten minste 1000 uren in beslag genomen is door die arbeid; 3.000 in andere gevallen. (wordt vervolgd) 37

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 39