BELEGGING IN PANDBRIEVEN
In vele effectendepots treft men, soms in ruime
mate, pandbrieven aan, hetgeen ons aanleiding
geeft deze soort effecten eens wat nader te bezien.
In de eerste plaats kan worden opgemerkt dat
pandbrieven niet wezenlijk verschillen van „ge
wone" obligaties. Daar de zekerheid bij pand
brieven wordt gevormd door het in onderpand ge
geven onroerend goed is hier dus geen recht
streekse zekerheid aanwezig. Wel is in het ver
leden meermalen getracht door middel van een
speciale juridische constructie aan houders van
IfnnVf HBYi fm pandbrieven meerdere zekerheid te verschaffen,
I Uil Uh doch in de praktijk bleken dergelijke regelingen
Pandbrieven worden door de hypotheekbanken
uitgegeven teneinde gelden te verkrijgen voor het
verlenen van hypothecair krediet, waarbij dan het
eigen kapitaal (veelal slechts gedeeltelijk gestort)
als extra zekerheid fungeert. Het totale uitstaande
bedrag aan pandbrieven is op twee manieren be
perkt, namelijk door het totaal van de uitstaande
hypotheken en de grootte van het bij aandeel
houders geplaatste kapitaal. De verhouding tussen
het geplaatste kapitaal en het maximaal toege
stane bedrag aan uitstaande pandbrieven is mees
tal 1:10, welk percentage in de statuten van de
betreffende ondernemingen terug te vinden is.
Voor de belegger is van belang dat bij afname
van pandbrieven (dus niet bij aankoop ter beurze)
geen provisie verschuldigd is, doch alleen het
notazegelrecht.
Een nadeel kan zijn dat verkoop van grotere
posten pandbrieven soms op moeilijkheden stuit,
al moet tot eer van de meeste hypotheekbanken
worden gezegd dat ze zorgdragen voor een ruime
verhandelbaarheid van de door hen uitgegeven
pandbrieven. Vooral als pandbrieven belangrijk
beneden pari noteren is het ook voor de hypo
theekbanken een niet onvoordelige zaak eigen
pandbrieven in te kopen, al is dit uiteraard ook
weer niet onbeperkt mogelijk. Bij sommige oudere
soorten pandbrieven dient goed te worden gelet op
de aflossingsvoorwaarden, daar deze veelal sterk
uiteenlopen en in vele gevallen nogal vaag zijn,
zodat het vaak moeilijk is op verantwoorde wijze
een effectief rendement te berekenen. In verband
met de aard van het onderpand worden de door de
scheepshypotheekbanken uitgegeven pandbrieven
als iets riskanter beschouwd dan die welke door
34