financieel overzicht dien er een klein tekort in de markt is ligt de call-rente tegen dit niveau aan. Ontstaat er echter door de steeds in beweging zijnde betalingsstroom een overschot ook al is dit niet zo groot dan zakt de call-rente belang rijk, omdat men het daggeld dan gewoon niet kwijt kan. Deze veranderingen in de call-rente oefenen een relatief grote invloed uit op de andere geld markttarieven, bijvoorbeeld de prijzen voor kas geldleningen. Uiteraard is de uitwerking het grootst in de korte termijnen. In de markt wordt algemeen aangenomen dat de storting op de 15-jarige 8% staatslening 1970 III per 15 december geen verkrapping tot gevolg zal hebben. De stortingsdatum valt samen met de datum waarop het Rijk de maandelijkse uitkering aan de gemeenten effectueert. Bovendien is deze lening bedoeld voor consolidatie van de vlottende schuld van de lagere overheid en men verwacht dat het bedrag van de lening 325 miljoen plus f 75 miljoen ten laste van de voorinschrijfrekening) nog in 1970 aan de gemeenten zal worden uitge keerd en daarmede in de markt terugkeert. Het Rijk heeft in december eveneens maatrege len genomen met betrekking tot de financiering op lange termijn door de lagere overheid. De z.g. burgerzinleningen (leningen waarvan het rentetype beneden de marktrente ligt, waarbij geacht wordt dat een of meerdere inwoners van de ge meente die y4 op tafel leggen) zijn niet meer toegestaan, behalve voor aankoop van grond. De voorziening in de financieringsbehoeften op lange termijn is daardoor weer geheel voorbehouden aan de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Daar naast is het totaalbedrag waarvoor de gezamenlijke gemeenten leningen mogen garanderen voor het jaar 1971 vastgesteld op hetzelfde bedrag als voor 1970 nl. 330 miljoen. Voor de provinciale over heden waarvoor in 1970 geen garantielimiet gold is het maximum vastgesteld op f 235 mil joen. Bovendien werd het garantieniveau met in gang van 18 december jongstleden verlaagd van 8% koers 99y2 (geldig sedert 1 september 1970) tot 81/2 pari. Verwacht wordt dat enkele dagen na medio de cember een snelle vermeerdering van het bankpa pier in omloop in verband met de Kerstdagen geschat op f 750 miljoen de markt zal verkrap pen, mogelijk getemperd door uitkeringen van het Rijk aan de gemeenten in het kader van de laatste Staatslening. Hoe de markt zich in 1971 zal ontwikkelen is nog een open vraag. Begin januari zal veel bank papier uit de circulatie terugkeren. De verruimende werking hiervan en van dan te verwachten Rijks uitkeringen kan weer teniet gedaan worden en omslaan in een verkrapping doordat in januari on geveer f 600 miljoen aan valutatransacties aan de Nederlandsche Bank moet worden betaald (de Bank verkocht deze valuta in oktober aan de ban ken op driemaandstermijn). De mogelijkheid is niet geheel uitgesloten dat de Bank ter regulering van de geldmarkt een deel van deze transacties zal wil len verlengen. Voorshands ziet het er niet naar uit dat de rente op de geldmarkt belangrijk zal dalen. In dit ver band is de bovengenoemde aanbeveling van de O.E.S.O. van betekenis. Overigens hangt de toe komstige ontwikkeling binnenslands onder meer af van de uitwerking van de recente loonmaatregelen. 28

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 30