FINANCIEEL OVERZICHT
HOOG RENTENIVEAU TYPEREND VOOR DE ZES
TIGER JAREN
CHRONISCHE KAPITAALSCHAARSTE
In het achter ons liggende decennium werden wij
geconfronteerd met een voortgaande stijging van
het renteniveau. Ook de andere landen in de
Westerse wereld zagen de kosten voor het aan
trekken van financieringsmiddelen in meer of min
dere mate toenemen.
Snelle technische en economische vooruitgang,
de noodzaak de schaarse arbeid door machines
te vervangen, de sterke behoefte aan infra
structurele investeringen deed een welhaast
chronische kapitaalbehoefte ontstaan, waartegen
over slechts een geleidelijk groeiend kapitaal
aanbod stond.
Vooral na 1963 lieten landen als Engeland, de
Verenigde Staten, Canada en Nederland een sterke
rentestijging zien.
In België waar de rente zich reeds in het begin
van de zestiger jaren op een tamelijk hoog niveau
bevond, verliep een verdere toename in de jaren
1965/1968 meer geleidelijk.
In West-Duitsland liet het jaar 1967 een sterke
teruggang in het renteniveau zien, terwijl eerst in
1969 voortzetting van de opwaartse beweging
plaats vond.
RENTE-ONTWIKKELING NIET SYNCHROON
Dat de rente-ontwikkeling zeker niet in alle
landen synchroon verlopen is, blijkt wel uit het
feit, dat de rente in Italië zich in de tweede helft
van de zestiger jaren vrijwel op hetzelfde niveau
bleef bewegen en uit de omstandigheid dat de al
gemene rente-ontwikkeling in Japan over de jaren
1960-1969 zelfs een lichte daling liet zien. Japan
blijft niettemin behoren tot de groep landen met
een relatief hoog renteniveau. Tot deze groep
behoren Engeland, de Verenigde Staten en de
E.E.G.-landen met uitzondering van Italië dat even
als Zwitserland een relatief laag renteniveau heeft.
Voor de relatief lage rentevoet in Zwitserland kan
als verklaring worden aangevoerd het feit dat
Zwitserland als internationaal financieel centrum
een vertrouwenspositie inneemt, hetgeen onder
steund wordt door de stabiliteit van de Zwitserse
franc.
Hierdoor ervaart men een vrij sterk aanbod van
kapitaal, terwijl daarnaast handel en industrie wor
den gekenmerkt door sterke mate van interne
financiering.
Wie het verloop van de rente in de verschil
lende landen volgt ontdekt dat een verdere ver
vlechting van geld- en kapitaalmarkten aan het
eind van de zestiger jaren heeft geleid tot een
dichter bij elkaar komen van de rentetarieven op
de verschillende nationale geld- en kapitaal
markten. Ook de afstand tussen de rente in landen
met hoge en die met traditioneel lage renteniveaus
is geringer geworden.
Internationale bewegingen van kapitalen en li
quiditeiten hebben tot deze gang van zaken bijge
dragen.
Dank zij deze internationale vervlechting wordt
de invloed van grote economische eenheden zoals
de Verenigde Staten steeds groter. De stringente
monetaire politiek gevoerd door de Amerikaanse
autoriteiten gericht op het afremmen van de beste
dingen, door middel van het duurder maken van
kredieten, heeft via de gedurende de laatste jaren
24