Mutaties in de toevertrouwde middelen bij de aangesloten Raiffeisenbanken I COMMENTAAR OP DE CIJFERS Spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen Bedragen x f 1 miljoen oktober jan. t/m oktober 1970 1969 1970 1969 Spaartegoed 80,0 74,5 619,6 +637,/ Termijndeposito's 3.3 6'5 68,7 36,7 Tegoed op privérekeningen T O O 167,7 +142,9 Rekening-courant zakelijk 34,5 +11,4 162,2 +172,1 Totaal 4- 47.8 92.8 1.018,2 +989,4 Januari t/m oktober De groei van de toevertrouwde middelen bevond zich in de eerste 10 maanden van dit jaar op een hoog niveau. Uit bovenstaand cijferoverzicht blijkt dat de middelen met meer dan 1 miljard toenamen tegen f 989.4 miljoen in de over eenkomstige periode van 1969 en f 780,6 miljoen in 1968 De achterstand in het spaarresultaat ten opzichte van 1969 werd in oktober verder ingelopen, waardoor het verschil met vorig jaar ultimo oktober nog slechts 18,1 miljoen bedroeg. Ook bij de zakelijke lopende rekeningen kon een achter blijven ten opzichte van 1969 worden geconstateerd. Deze verschillen met vorig jaar werden echter meer dan voldoende gecompenseerd door de sterkere aanwas van de tegoeden op privérekeningen en van de termijndeposito s. Ook de uitzettingen ondergingen in de afgelopen 10 maan den een bijzonder sterke groei. De leningen, de debetsaldi in rekening-courant en de post effecten namen met f 751,1 miljoen toe tegen f 663,7 miljoen in 1969 en f 508,4 miljoen in de overeenkomstige periode van 1968. Uitgedrukt in procenten van de middelengroei bedroeg de toename van de uitzettingen 76 tegen 67 in 1969 en 65 in 1968. November Het spaaroverschot bedroeg in november f 67,5 miljoen, hetgeen een verbetering inhield ten opzichte van het ge middelde niveau van de 5 voorgaande jaren van 33 Voor de semi-stedelijke banken bedroeg dit percentage 90, voor de stedelijke 55 en voor de plattelandsbanken 11. Vorig jaar bedroeg het spaarresultaat in november f 49,8 miljoen. De toename van de overige toevertrouwde middelen bleef f 6,2 miljoen achter bij 1969. 96 van de middelenaanwas is in november weer uitgezet, hetgeen in vergelijking met voorgaande jaren een hoog per centage is. De rubriek leningen nam met f 107,2 miljoen toe tegen 87,0 miljoen in 1969. Bedragen x f 1 miljoen Oktober Spaarverschil Spaartegoed 31 oktober Terug- nlagen betalingen oktober november jan. t'm okt. Percen- Bedra9 tape 1970 1969 1970 1969 1970 1969 1970 1969 1970 1969 1970 1969 1970 1969 Raiffeisenorg. 370 345 290 272 80 73 64 49 605 629 8.460 7.513 25,1 24,8 Boerenl.bankorg. 228 237 200 196 28 41 20 24 365 425 5.496 4.900 16,3 16,1 Rijkspostspaarbank 143 151 138 145 5 6 10 10 153 146 5.747 5.392 17,1 17.0 Alg. Spaarbanken 2) 651 643 642 633 9 10 1 6 323 438 7.960 7.353 23,7 24,2 Handelsbanken e.o. 365 367 340 364 25 3 7 573 473 5.974 5.187 17,8 17,1 Totaal 1.757 1.743 1.610 1.610 147 133 76 2.019 2.111 33.637 30 345 100,0 100,C 1) Inclusief Centrale Bank. 2) Exclusief met handelsbanken gelieerde spaarbanken. 23

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 25