landbouwcommentaar
Dr. S. Mansholt, sleutelfiguur
in de Europese landbouwpolitiek.
merkelijk verbeterd en ook op fiscaal gebied zijn
enkele stappen in de goede richting gezet.
Als gevolg van de Brusselse impasse is de
laatste tijd wel de vraag gesteld, of het landbouw
beleid weer een nationale zaak zou moeten wor
den. Wij geloven daar niet in. Natuurlijk is het goed
dat de organisaties streven naar een zo krachtig
mogelijk nationaal landbouwbeleid, maar de weg
terug van Brussel naar Den Haag lijkt ons onbe
gaanbaar. Dit betreft immers vooral het markt- en
prijsbeleid. Zeker voor een exportland als Neder
land zou afbraak van de Euromarkt rampzalig zijn.
Dit zou des te sterker het geval zijn als de hoog
conjunctuur zou omslaan in een recessie, waarnaar
het helaas steeds meer begint uit te zien.
LANDBOUW EN CONJUNCTUUR
Als de pessimisten onder economen gelijk krij
gen zal 1971 het einde van de langdurige hoog
conjunctuur te zien geven. Ook in dit opzicht wordt
1971 dus van veel belang: valt het mee of zetten
de op een recessie wijzende verschijnselen met
name de afnemende investeringen van de industrie
zich door.
Dit roept de vraag op, wat in deze tijd de ge
volgen van een recessie zouden zijn voor de land
en tuinbouw. De herinnering aan de jaren '30 doet
niet veel goeds verwachten, maar er zijn zeer
grote verschillen met de toenmalige situatie. Toen
moest de landbouwpolitiek nog worden opgebouwd
en was er nog nauwelijks een conjunctuurpolitiek
instrumentarium. Onze economie heeft thans „built-
in stabilizers", ingebouwde stabilisatoren, in de
vorm van de progressieve belastingen, de sociale
wetgeving, de hoge overheidsuitgaven, en een an
der gedrag van het bedrijfsleven die zullen voor
komen dat we wegzinken in een diepe depressie.
10