lastingplichtigen aanzienlijk kan uiteenlopen. Zo moet de loonbelasting onmiddellijk worden betaald nadat er een aanslag is vastgesteld. Ook bij de hef fing van de inkomstenbelasting komen belangrijke tijdsverschillen voor, doordat de aanslag voor de een op een eerder tijdstip wordt vastgesteld kan het bedrag van de verschuldigde belasting langer door de belastingplichtige in zijn onderneming wor- en aangewend of rentedragend worden belegd. Bij de teruggaven van belasting doet zich het tegen overgestelde voor: naarmate de teruggaaf later wordt geëffectueerd komt de mogelijkheid voor de belastingplichtige om dat geld in zijn onderneming of op andere wijze aan te wenden ook later. TOEPASSING VAN DE RENTEREGELING De renteregeling is voor wat betreft de inkom stenbelasting, de vermogensbelasting en de ven nootschapsbelasting alleen van toepassing indien na afloop van het tijdvak waarop de belasting be trekking heeft, een belastingaanslag wordt vast gesteld of wordt verminderd dan wel teruggaaf van belasting wordt verleend. Voor de loonbelasting, de omzetbelasting en de bijzondere verbruiksbelas ting van personenauto's leidt de regeling alleen tot renteberekening indien na afloop van het jaar een naheffingsaanslag wordt vastgesteld of wordt verminderd dan wel teruggaaf van belasting wordt verleend. Grondslag voor de rentevergoeding is het bedrag aan belasting dat moet worden (bij)betaald, of dat moet worden teruggegeven. De eerste rentemaand voor de inkomstenbelasting, de vermogensbelas ting en de vennootschapsbelasting is de maand die volgt op het einde van het tijdvak (kalenderjaar, of eventueel, bij de vennootschapsbelasting, boek jaar) waarop de belasting betrekking heeft; voor de loonbelasting, de omzetbelasting en de bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's is het in het algemeen de maand januari die volgt op het kalen derjaar waarin de belastingschuld of het recht op teruggaaf is ontstaan. De laatste interestmaand zal zijn die welke vooraf gaat aan de maand, aange wezen door de dagtekening van het aanslagbiljet c.q. het stuk waaruit het terug te betalen bedrag blijkt. Het bedrag dat als rentevergoeding het bedrag aan belasting heeft vermeerderd of verminderd zal in een afzonderlijke kolom op het aanslagbiljet wor den opgenomen. Ook uit de beschikking, uitspraak of ander stuk, waaruit een vermindering van een aanslag of teruggaaf van belasting voortvloeit, zal de rentevergoeding afzonderlijk blijken. Bij de vaststelling van het renteprecentage zal zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij de actuele marktrente die thans ruim 8 per jaar be draagt. Voor wat de inkomstenbelasting, de ven nootschapsbelasting en de vermogensbelasting be treft gaan de gedachten ernaar uit het rentepercen tage in verband met de niet-aftrekbaarheid en niet- belastbaarheid van de rente ongeveer 40 lager te stellen; dit zal dan uitkomen op 0,4 per ka lendermaand. DATA VAN INVOERING VAN DE RENTEREGELING Voor de inkomstenbelasting en de vermogensbe lasting kan met de renteberekening op 1 juli 1971 worden begonnen; voor de vennootschapsbelasting wordt ernaar gestreefd dat dit het geval zal zijn op 1 januari 1971. Het tijdstip waarop voor de loonbelasting, de om zetbelasting en de bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's de renteregeling van toepas sing wordt, kan nog niet worden genoemd. De daarvoor vereiste voorbereiding zal in ieder geval niet voor het jaar 1971 kunnen worden voltooid. Zodra de renteregeling voor een bepaalde be lasting wordt toegepast, wordt de rente vergoed of geheven met betrekking tot alle vanaf dat tijd stip vast te stellen belastingaanslagen, verminde ringen enz., ook al hebben die betrekking op vroe ger jaren en tijdvakken. Wel bevat het wetsvoorstel de bepaling dat geen rente wordt berekend over kalendermaanden die zijn geëindigd vóór 1 januari 1971. Voor de renteberekening voor de inkomsten belasting en de vermogensbelasting die, goed gezegd, zal beginnen op 1 juli 1971 zal januari 1971 de eerste interestmaand zijn. S33

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 51