ONZE BELASTINGEN
RENTEREGELING BELASTINGEN
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp inge
diend waarin een renteregeling voor belastingen
wordt voorgesteld. Volgens deze regeling zal rente
worden vergoed bij belastingteruggaven en rente
worden geheven bij het opleggen van belasting
aanslagen. De regeling staat geheel los van die
welke geldt bij het verlenen van uitstel van betaling
door de rijksbelastingontvanger.
In het wetsvoorstel is gekozen voor een regeling
die de inkomstenbelasting, de vennootschapsbe
lasting, de loonbelasting, de vermogensbelasting,
de omzetbelasting en de bijzondere verbruiksbe
lasting van personenauto's omvat.
De toepassing van de renteregeling voor de in
komstenbelasting en de loonbelasting brengt auto
matisch mede dat de regeling ook gaat gelden voor
de premies ingevolge de volksverzekeringswetten
en de Kinderbijslagwet voor loontrekkenden.
Om de ingewikkeldheid van de renteregeling aan
zienlijk te beperken, zal de rente voor de hef
fing en de invordering van rijksbelastingen wor
den aangemerkt als belasting; de te vergoeden
rente verhoogt het bedrag van de teruggaaf van
belasting en de te heffen rente verhoogt het bedrag
van de te betalen belasting.
De rente die bij de inkomstenbelasting, vermo
gensbelasting en vennootschapsbelasting in reke
ning zal worden gebracht of vergoed zal anders
dan die bij de loonbelasting, de omzetbelasting en
de bijzondere verbruiksbelasting van personen
auto's voor de inkomstenbelasting en de ven
nootschapsbelasting niet aftrekbaar en niet belast
baar zijn. Bij het vaststellen van het percentage van
de rente voor deze belastingen zal daarmee reke
ning worden gehouden, zodat globaal hetzelfde
materiële effect wordt verkregen als wanneer de
rente wel in aanmerking zou worden genomen bij
de inkomens- en winstbepaling.
ONBILLIJKHEDEN
Het ontbreken van een rentevergoedingsregeling
leidt tot onbillijkheden niet alleen wanneer het gaat
om belasting die door de fiscus moet worden terug
gegeven maar ook wanneer het gaat om belasting
die aan de fiscus moet worden betaald. De onbil
lijkheden bestaan hierin dat de tijd die verloopt tus
sen het ontstaan van de belastingschuld of van het
recht op teruggaaf en het tijdstip waarop dit offi
cieel wordt vastgesteld, voor de verschillende be-
532