Hiernaast is het van het grootste belang voor
deze colleges dat de directeur ook werkelijk dat
gene doet wat hij geacht wordt te doen t.w. zich
bezig houden met het geven van leiding aan de
bank in de ware zin des woords.
DIRECTEUR
De directeur is ongetwijfeld degene die het
nauwst bij het organisatieschema is betrokken.
Nogmaals moet hier worden herhaald dat zodra de
grootte van de bank boven een bepaald niveau
komt, het voor de directeur niet meer mogelijk is
om „alles zelf te doen".
Zulke uiteenlopend geaarde diensten als reis-
bemiddeling en assurantiën, om er nu maar twee
te noemen, vragen al gauw een dergelijke mate
van bijzondere scholing en groeien zo snel uit tot
specialismen dat het ondoenlijk wordt dit zelf ge
heel bij te houden. Hiernaast vraagt de groter
wordende bank bovendien veel meer aandacht
voor allerlei werkzaamheden buiten het direct uit
voerende vlak. Te denken valt hier aan het
personeelsbeleid, het leidinggeven, het controle
ren, het plannen e.d. Al deze taken zijn ook veel
wezenlijker voor de directeursfunctie dan het ver
zorgen van een spaarbankstorting of het bemid
delen bij de verkoop van een reis.
Afstoten van taken is dan ook noodzakelijk, hoe
moeilijk dit soms ook moge vallen als gevolg van
historisch gegroeide omstandigheden en persoon
lijke interesse.
Niet alleen moeten taken worden overgedragen
aan een ander maar tevens moeten daarbij de be
voegdheden worden gegeven om deze ook werke
lijk te kunnen uitvoeren. Een en ander leidt dan
ook tot de noodzaak tot het opzetten van een be
paalde organisatie en het opstellen van een orga
nisatieschema.
Slechts op deze wijze zal men het hoofd kunnen
bieden aan de steeds groter wordende hoeveelheid
problemen die het leiden van de bank met zich
brengt.
De functie van directeur wordt er zeker niet
minder interessant door als men niet meer regel
matig aan het loket staat maar zich bezighoudt
met de werkelijke problematiek van de zich uit
breidende bank.
PERSONEEL
Het delegeren van bepaalde werkzaamheden en
het toekennen van de daarmede verbandhoudende
bevoegdheden betekenen voor hen die deze be
voegdheden krijgen toegewezen een verdieping
van hun taak. Men weet welke verantwoordelijk
heid men draagt.
Voorts worden complicaties door verwarring van
bevoegdheden vermeden. Men weet waar men aan
toe is en men weet bovendien „bij wie men moet
zijn".
CLIËNTEN
Het belang van deze categorie belanghebbenden
bij een goede organisatie op de bank is uiteraard
indirect. Men heeft belang bij een goede en des
kundige afhandeling van de diverse transacties.
Deze kan echter alleen verzekerd worden indien
op de bank de werkzaamheden binnen het kader
van een goede organisatie worden verricht.
Voor zover, na overdenken van de bij uw bank
bestaande situatie, het vorenstaande aanleiding
geeft tot de wens om een nader gesprek over het
onderwerp, dan kunt u uiteraard contact opnemen
met de rayoninspecteur.
531