WET OP DE ONDERNEMNGSRADEN
door mr. Th. A. M. Bruineman
Momenteel wordt gewerkt aan de totstandkoming
van een nieuwe wet op de Ondernemingsraden.
Deze wet moet in de plaats komen van de wet op
de Ondernemingsraden uit 1950.
OPZET VAN DE WET
De nieuwe wet zal een wat bredere opzet hebben
dan de wet op de Ondernemingsraden uit 1950. De
wet van 1950 stond vooral in het teken van de
reconstructie van het door de oorlog geteisterde
bedrijfsleven. Zij werd destijds toegelicht met de
volgende bewoordingen:
,,Het tijdens de oorlogsjaren gerijpte inzicht dat
aan de gevolgen van de oorlog slechts door een
gezamenlijke inspanning van alle krachten het
hoofd zal kunnen worden geboden, impliceert voor
iedere arbeidende mens, om het even in welke
functie hij werkzaam is, de verantwoordelijkheid
voor het leveren van zijn aandeel in deze krachts
inspanning. Die verantwoordelijkheid kan, wat de
dagelijkse arbeid betreft, slechts dan voldoende
reliëf verkrijgen, indien zij berust op een redelijk
inzicht in wat wordt geëist, en indien zij tevens
wordt geschraagd door het gevoel van saamhorig
heid in het volbrengen van de taak".
In 1950 werden de ondernemingsraden derhalve
vooral gezien als het orgaan waarin van werk
nemerszijde verantwoordelijkheid kon worden ge
dragen voor het economisch herstel van het land.
Zij werden in de eerste plaats gezien als orgaan
van de onderneming.
Naarmate de economische situatie verbeterde is
men gaan beseffen dat het aspect van behartiging
van werknemersbelangen in 1950 te veel uit het
oog is verloren. In groeiende mate werd de be
hoefte gevoeld in de wet niet slechts een grond
slag te leggen voor de behartiging van het belang
van de onderneming als zodanig, maar ook voor
de behartiging van de persoonlijke belangen, die
de werknemers binnen het raam van de onder
neming hebben. In de Memorie van Toelichting
wordt dit met de volgende bewoordingen gezegd:
,,De ministers zijn met de S.E.R. van oordeel dat
het karakter van de ondernemingsraden als over
legorgaan d.w.z. als college waarin de ondernemer,
persoonlijk of door middel van een vertegenwoor
diger, met de vertegenwoordigers van de werk
nemers overleg pleegt over aangelegenheden die
voor de onderneming in het algemeen en/of voor
de werknemers in het bijzonder van belang zijn,
behouden moet blijven (orgaan van de onder
neming), maar zij zijn het er mee eens dat dit niet
uitsluit dat de ondernemingsraad tevens gezien kan
worden en in de praktijk ook gezien wordt
als een orgaan dat de werknemers vertegenwoor
digt en dat in het kader van het overleg zonodig
ook de speciale belangen van de werknemers bin
nen de onderneming naar voren brengt (orgaan
van de werknemers)".
Voorts wordt in deze memorie nog gezegd:
,,De ondernemingsraad is nu eenmaal een orgaan
dat in het leven wordt geroepen om de stem van
de werknemers te laten horen. Overleg enerzijds
en personeelsvertegenwoordiging anderzijds slui
ten elkaar niet uit. Zonder vertegenwoordiging van
bepaalde partijen is er om te beginnen de facto al
geen overleg mogelijk. Maar bovendien kan een
goed overleg alleen tot stand komen tussen part
ners die de bevoegdheid hebben zo nodig ook hun
eigen positie in het gesprek te betrekken. De er
kenning van het feit dat de werknemers binnen het
geheel van de onderneming een groep vormen met
eigen belangen is niet in strijd met de opvatting
van de onderneming als samenwerkingsverband of
bedrijfsgemeenschap. Men kan zeer wel met an
dere belanghebbenden een gemeenschap hebben
522