raad de minister nog verzoeken gebouwen daaraan
toe te voegen of daarvan af te voeren. Tenslotte
stelt de minister de lijst vast en doet deze op de
Gemeentesecretarie ter inzage leggen.
Per aangetekend schrijven krijgen de belang
hebbenden (waaronder ook hypotheekhouders) be
richt zowel van de voorgenomen plaatsing, als van
de plaatsing op de vastgestelde lijst van monu
menten.
De aanwijzing tot beschermd monument vindt
plaats door vaststelling van de minister van de
definitieve lijst. Na afloop van de beroepstermijn
of nadat een ingesteld beroep is afgewezen, wordt
het gebouw in het Monumentenregister ingeschre
ven.
Vanaf het moment waarop van de voorgenomen
plaatsing kennis wordt gegeven tot het tijdstip
waarop vaststaat dat het gebouw niet in het Mo
numentenregister komt, gelden de artikelen 14 t/m
19 van de wet.
De belangrijkste bepalingen zijn:
a. Een verbod om zonder vergunning een gebouw
af te breken, te verplaatsen, te wijzigen, als
mede te herstellen, te gebruiken of te laten ge
bruiken op een wijze waardoor het ontsierd of
in gevaar wordt gebracht.
b. Een schadevergoeding voor de eigenaar indien
deze schade lijdt doordat de onder a. bedoelde
vergunning wordt geweigerd.
Wat dit laatste punt betreft, komt slechts die
schade voor vergoeding in aanmerking welke
redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de
eigenaar behoort te blijven. Ter toelichting het
volgende voorbeeld.
De eigenaar van een bouwvallig pand vraagt een
sloopvergunning aan, omdat hij de grond tegen een
zeer hoge prijs kan verkopen. Wanneer in dit ge
val een vergunning zou worden geweigerd, dient
de daaruit voor de eigenaar voortvloeiende schade
aan hem te worden vergoed, omdat deze schade
redelijkerwijs toch niet voor zijn rekening behoort
te blijven.
Belanghebbenden kunnen van een beslissing,
genomen krachtens de Monumentenwet, binnen
twee maanden na verzending van het stuk waarin
hen deze beslissing werd medegedeeld in beroep
bij de Kroon komen. Deze beroepsmogelijkheid is
LINKS:
Het huls Onder de Linde" te Amersfoort (boven).
Zeventiende-eeuws hofje te Utrecht (onder).
BOVEN:
Ingang Bruntenhof te Utrecht.
met name van belang als men bericht ontvangt van
de voorgenomen plaatsing van een pand op de lijst,
en bij weigering van een vergunning om een ge
bouw af te breken of te wijzigen.
Tenslotte vermelden wij nog dat in het algemeen
de waarde van een pand dat in het Monumenten-
register is opgenomen eerder zal dalen dan stijgen.
Bij particuliere woonhuizen zal niet zo snel van een
waardedaling sprake zijn, wel echter bij bedrijfs
panden. De mate waarin met een waardeverminde
ring rekening moet worden gehouden hangt af van
de zwaarte van de beperkingen, welke de eigenaar
van het monument worden opgelegd. Juist op dit
laatste punt dienen hypotheekhouders attent te zijn.
521